De kwalificatieuitsluitingsgrond nader belicht
Door: mr. J.P. Rozemeijer (Beleidsmedewerker Witwassen, Functioneel Parket)
Als er een prijs zou zijn voor het meest beschreven witwasonderwerp van het jaar 2014 dan zou die zonder twijfel gaan naar de kwalificatieuitsluitingsgrond van de Hoge Raad. Artikelen in vakbladen, noten bij arresten en scripties zijn er in overvloed over geschreven. Wat is de kern, is er een probleem en zijn er praktische tips?
De Hoge Raad heeft in zijn jurisprudentie over witwassen een kwalificatieuitsluitingsgrond ontwikkeld. De kwalificatieuitsluitingsgrond houdt in dat in sommige situaties een handeling niet gekwalificeerd kan worden als witwassen terwijl strikt genomen wel aan alle onderdelen van het wetsartikel is voldaan. In het onderstaande schema is te zien in welke situaties de kwalificatieuitsluitingsgrond van toepassing is. Met die kwalificatieuitsluitingsgrond beoogt de Hoge Raad te voorkomen dat een verdachte door het plegen van een gronddelict zich automatisch schuldig maakt aan witwassen. Ook wil de Hoge Raad bevorderen dat de vervolging van het gronddelict meer centraal staat. De kwalificatieuitsluitingsgrond geldt lang niet voor alle ‘witwas’situaties. De volgende kernbeschrijving en het stroomschema dat hiermee samenhangt, laten dit duidelijk zien.
- De kwalificatie-uitsluitingsgrond voor verwerven en voorhanden hebben die de Hoge Raad formuleert, is alleen van toepassing wanneer het gaat om voorwerpen die onmiddellijk (dus direct) afkomstig zijn uit een door verdachte zelf begaan misdrijf.
- Volgens de Hoge Raad is er alleen sprake van verwerven of voorhanden hebben in de zin van witwassen als er naast het feitelijke verwerven of voorhanden hebben, gedragingen zijn die (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp. Alleen het verhullen van een voorwerp is niet genoeg; het moet gaan om verhullen van de criminele herkomst.
- Alleen in bijzondere gevallen is de kwalificatieuitsluitingsgrond ook van toepassing op de overige plaatsingshandelingen van artikel 420bis sub b Sr te weten, overdragen, omzetten en gebruik maken. Van een dergelijk bijzonder geval is alleen sprake wanneer een verdachte een bepaald misdrijf heeft begaan en zich daarmee automatisch schuldig zou maken aan witwassen.
In sommige zaken zorgt de kwalificatieuitsluitingsgrond voor een probleem. De kwalificatieuitsluitingsgrond voor witwassen heeft namelijk een situatie opgeleverd waarbij in bepaalde witwaszaken geld moet worden teruggeven aan verdachten waarvan de rechter heeft vastgesteld dat het geld uit misdrijf afkomstig is. Indien een gronddelict ook niet bewezen kan worden, gaat het geld feitelijk terug. Dit probleem wordt breed erkend en is de aanleiding voor een nieuw wetsvoorstel waarover in 2015 meer berichten zullen volgen.
Logisch gevolg van de bovengenoemde beschrijving voor lopende onderzoeken is dat er ten eerste gekeken moet worden of de kwalificatieuitsluitingsgrond een risico is. Vervolgens moet er gekeken worden naar de mogelijke interventies om dit risico te beperken. Je zou je het volgende kunnen afvragen. Kan de focus verlegd worden naar het gronddelict met een ontneming? Kunnen we werken naar een tenlastelegging van art. 420 bis sub a Sr? Kunnen we aantonen dat het witwasvoorwerp afkomstig is uit een enig misdrijf in plaats van een eigen misdrijf? Kunnen we aantonen dat het voorwerp middellijk uit het gronddelict afkomstig is en niet onmiddellijk?
Voor meer informatie over de kwalificatieuitsluitingsgrond is via AML.Centre_Postbus@belastingdienst.nl een uitgebreide notitie aan te vragen, ‘Voorhanden hebben en verwerven in witwassen, een nadere beschouwing van de kwalificatieuitsluitingsgrond en praktische tips.’