Het witwasonderzoek van …
Jaafar Halimi, Team Financiële opsporing, politie Oost Nederland
Jaafar deelt deze casus graag omdat in deze zaak de witwasaanpak heel effectief bleek waar het onderzoek naar het gronddelict niet rond kwam. Het feit dat er uiteindelijk een (witwas)veroordeling volgde had groot effect op de wijk waar verdachte woont en er werd een krachtig signaal afgegeven dat misdaad niet loont.
In een onderzoek naar een plofkraak in Twello in 2016 werd verdachte X vlak na het delict in de buurt van de PD aangehouden. In het pand waar verdachte werd aangetroffen waren meerdere personen aanwezig en ook de buit van de plofkraak werd aangetroffen. Verdachte werd vrijgesproken van de plofkraak, en er werd geen vermogen afgepakt.
Tijdens het onderzoek werd duidelijk dat de buurt waar verdachte woonde, zich al jaren afvroeg hoe X aan zijn geld kwam. Hij reed in dure auto’s, woonde in een koopwoning en hij en zijn gezin droegen luxe kleding. X werd verdacht van meerdere plofkraken maar het tactisch team kon deze uiteindelijk niet bewijzen. Vanuit het financiële onderzoeksteam zijn mogelijkheden aangedragen om X financieel te raken en zijn vermogen af te pakken. Door het inzetten van financiële onderzoeksinstrumenten zag en ondervond het tactisch team dat er meerdere wegen naar Rome leiden.
Als start is er onderzoek gedaan naar het vermogen van verdachte X. Uit informatie van de Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen (iCOV) bleken de volgende feiten:
- verdachte X heeft sinds 2011 geen inkomen;
- hij heeft aan vermogen een beleggingsportefeuille van € 12.750;
- hij heeft een hypothecaire lening van € 150.000 op woning Z;
- dit pand staat sinds 2006 niet meer op zijn naam, maar wel op naam van mevrouw Y;
- hij was tot aan 2006 fiscaal partner met mevrouw Y;
- hij heeft samen met mevrouw Y drie kinderen en allen zijn woonachtig in woning Z (maar verdachte X staat wel elders ingeschreven).
Uit de bankgegevens van mevrouw Y blijkt dat er in de periode van 2011-2016 ruim € 55.000 contant op haar rekening is gestort terwijl er onvoldoende of geen contante inkomsten tegenover staan. Tevens blijkt dat de stortingen veelal plaatsvonden nadat automatische incasso’s met betrekking tot de hypothecaire verplichtingen werden gestorneerd vanwege onvoldoende saldo.
Vervolgens is er besloten om een apart zelfstandig onderzoek witwassen zonder gronddelict op X en Y te starten.
Het onderzoek werd bewust “klein” gehouden. Na een aantal vorderingen om de vermogensposities van de verdachten in beeld te brengen is er besloten om snel een doorzoeking te doen in woning Z. Die doorzoeking leverde veel administratie op die de uitgaven van X en Y prima in beeld brachten. Tevens werden goederen in de woning aangetroffen die aantoonden dat er een hoog uitgavenpatroon was. Zo had het gezin relatief veel merkjassen waarvan de aanschafprijs varieerde van € 200 - € 900 per jas. Dergelijke uitgaven pasten absoluut niet in het legale inkomensplaatje.
Naast administratie is tevens de woning Z in (conservatoir) beslag genomen.
Tijdens de verhoren verklaarde verdachte X dat hij geld verdiend had met klussen zoals schilderen en stucen. Hij wenst echter geen inzage te geven over zijn klanten. Tijdens de doorzoekingen zijn geen materialen en gereedschappen aangetroffen die de verklaring van verdachte X ondersteunde. Zijn vrouw Y kon ook niets vertellen over de werkzaamheden van haar man X.
Uiteindelijk is er een proces-verbaal witwassen opgemaakt dat ondersteund werd door een eenvoudige kasopstelling waarbij X en Y als economisch eenheid werden aangemerkt.
De rechtbank hechtte veel waarde aan de pv’s m.b.t. de uitgaven inzake de merkkleding en de pv’s inzake het ontbreken van de gereedschappen en materialen voor kluswerkzaamheden. De verdachten konden het gat tussen de uitgaven en hun legale inkomen niet verklaren wat leidde tot de conclusie van de rechtbank dat het niet anders kon dan dat het geld een criminele herkomst had.
X werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar voor witwassen en tot betaling van ruim € 121.000 aan WVV. Y werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden voor witwassen en tot betaling van ruim € 119.000 aan WVV.
Vonnis X: niet gepubliceerd.
Vonnis Y: ECLI:NL:RBGEL:2019:2850 en 2851.
De uitspraken zijn nog niet onherroepelijk.