Hoe dien je een goede vordering bij een bank in?
Magally Mingoen, ABN AMRO & Lisette de Zeeuw, AMLC
Heb jij altijd al willen weten hoe je het beste een vordering bij een bank kan indienen (bijvoorbeeld voor een witwasdelict)? Lees dan snel onderstaande tips en tricks.
Binnen (de meeste) banken in Nederland zijn er speciale teams aangewezen die zich toeleggen op het zo goed mogelijk behandelen van vorderingen die worden ingediend door opsporingsinstanties en toezichthouders. Per maand gaat het om vele honderden vorderingen. Bij ABN AMRO gaat het gemiddeld om 650 vorderingen per maand. Er worden veel diverse vorderingen ingediend, zoals op basis van:[1]
Wetsartikel | Ondertekening |
126a Wetboek van Strafvordering: vordering stafrechtelijk financieel onderzoek, ten einde inzicht te verkrijgen in de vermogenspositie van degene tegen wie het onderzoek is gericht. | Opsporingsambtenaar plus machtiging RC |
126nc/uc/zk Wetboek van Strafvordering: vordering verstrekking identificerende gegevens: bijv. NAW-gegevens, geboortedatum, geslacht, rechtsvorm, postadres, vestigingsadres, overzicht van producten en rekeningnummers op naam van gevraagde personen. | Hulpofficier van Justitie[2] |
126nd/ud/zl Wetboek van Strafvordering: vordering verstrekking historische gegevens, zoals bijvoorbeeld transactiegegevens. De vordering kan geen betrekking hebben op gevoelige persoonsgegevens. | Officier van Justitie |
126ne lid 1 Wetboek van Strafvordering: vordering verstrekking toekomstige gegevens. De periode waarover de vordering zich uitstrekt is maximaal vier weken en kan telkens met maximaal vier weken worden verlengd. Lid 1 houdt een eenmalige uitlevering in aan het einde van de looptijd. | Officier van Justitie |
126ne lid 3 Wetboek van Strafvordering: in tegenstelling tot lid 1, bepaalt lid 3 dat de gevorderde gegevens ook tussentijds kunnen worden verstrekt. | Officier van Justitie plus machtiging RC |
126nf Wetboek van Strafvordering: vordering verstrekking gevoelige gegevens, zoals een kopie legitimatiebewijs waarmee een rekening is geopend of een product is aangevraagd. | Officier van Justitie plus machtiging RC |
53 Algemene wet inzake rijksbelastingen: verzoek tot verstrekken van gegevens die van belang kunnen zijn voor de belastingheffing. | (Plv.) Directeur |
5:16, 5:17 en 5:20 Algemene wet bestuursrecht: een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen. | Toezichthouder (met identificatieplicht voor de toezichthouder) |
Het vorderen van gegevens bij een bank kost geld. Het opvragen van identificerende gegevens bedraagt bijvoorbeeld € 10,- per gevraagd object en voor het vorderen van historische en toekomstige gegevens wordt € 35,- per besteed half uur in rekening gebracht. Het opvragen van camerabeelden kost al snel € 150,- per locatie. Elk jaar betalen opsporing en toezicht om die reden geld aan banken voor het werk dat hiermee gepaard gaat.
Voor het doen van een goede vordering is het van belang te weten wat je mag vragen en op basis van welke juridische grond dat is toegestaan. Daarnaast is het belangrijk om te weten wat je wilt vragen en dat zo goed mogelijk te verwoorden. Op die manier begrijpt de bank beter wat er bedoeld wordt en kan er gezocht worden in de (vele) verschillende systemen van de bank naar deze gegevens. Zie hieronder een aantal tips en tricks waar je bij het indienen van een vordering rekening mee kunt houden.
Tips en tricks
- Wees concreet: benoem specifieke stukken die je wilt ontvangen. Dit is efficiënter dan te vragen naar algemene termen zoals ‘cliëntdossier’ of hypotheekdossier’. Deze ‘dossiers’ bestaan vaak niet en het is onduidelijk voor een bank wat hieronder valt. Vraag in dat geval bijvoorbeeld naar ‘de stukken die gebruikt zijn bij de hypotheekaanvraag’ of naar ‘de huurovereenkomsten die aangeleverd zijn als onderpand voor een hypothecaire lening’. Het kost namelijk veel tijd voor een bank uit te zoeken wat er bedoeld wordt met een algemene bevraging in een vordering.
- Noem een specifieke periode: vermeld in de vordering de specifieke periode waar jij de gegevens van wenst. b.: wanneer je de ‘gehele looptijd’ van een rekeningnummer opvraagt, zal het verzamelen van gegevens langer duren. De kans bestaat dat er stukken uit het fysieke archief moeten worden opgevraagd en dit kan zorgen voor een langere behandeltijd van de vordering.
- Heb je weleens gedacht aan? IP-adressen (denk aan loggegevens bij internetbankieren), mistransacties (zoals een pinpoging met een gestolen pas), details van buitenlandoverboekingen, log-roll gegevens van geldautomaten (bijv. de opgenomen/gestorte coupures), informatie met betrekking tot sealbagstortingen, kasopnamen en kluisgegevens (zoals de registratie van kluisbezoeken, locatie van een kluis). Deze gegevens kunnen wellicht relevant zijn voor jouw onderzoek en kunnen (meestal) gevorderd worden op basis van artikel 126nd WvSv.
- Neem contact op: weet je niet precies wat je wilt of kunt vragen in jouw onderzoek en is er een relatie tot ABN AMRO? Neem dan telefonisch of per e-mail contact op met de afdeling Uitleveringen. Zij zijn graag bereid mee te denken met het verzoek en kunnen adviseren over de verschillende mogelijkheden. Het kan tevens helpen het doel van je vordering en/of de richting van je onderzoek te noemen – dit hoeft uiteraard niet – maar kan handig zijn, omdat bankmedewerkers daardoor beter kunnen meedenken met de informatie die van belang kan zijn voor je onderzoek.
Contactgegevens afdeling Uitleveringen ABN AMRO
Tel: 020-3839939
Email: uitleveringen@nl.abnamro.com
Mocht je naar aanleiding van de verstrekte gegevens door ABN AMRO nog vragen of aanvullende informatie nodig hebben, neem dan contact op met de afdeling Uitleveringen. Zeer waarschijnlijk is de informatie die jij voor ogen hebt namelijk niet beschikbaar en hebben bankmedewerkers er al alles aan gedaan om jou zo goed mogelijk van dienst te zijn.
Peseta-project
Omstreeks 2013 is gestart de samenwerking tussen banken en opsporing te verbeteren waarbij de aanlevering van bancaire gegevens centraal staat. Dit is vormgegeven in het Peseta-project. In het project zijn onder andere afspraken gemaakt over het stroomlijnen van vorderingen op basis van artikel 126nd WvSv aan de banken, omdat het behandelen van dergelijke vorderingen veel tijd kan kosten. Er is gekozen voor ‘werkstroomgerichte vorderingen’. Hieronder vallen twee soorten vorderingen, namelijk 1) vorderingen die betrekking hebben op een vaste set aan gegevens met een korte doorlooptijd[3] en 2) vorderingen die betrekking hebben op overige bancaire gegevens.[4] De formulieren hiervoor zijn terug te vinden op KOMPOL en in Summ-IT.
Verder zijn er elf contactpunten binnen de opsporing ingericht voor vorderingen die verstuurd worden aan banken. Voor de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie en de FIOD is de Infodesk van de Landelijke Eenheid het contactpunt, ook wel Single Point of Contact (SPOC) genoemd.
Een concreet resultaat van het Peseta-project is dat het voor ABN AMRO sinds september 2017 mogelijk is om saldo- en transactiegegevens van betaal- en spaarrekeningen vanaf 1 januari 2010 te verstrekken in een digitaal verwerkbaar formaat (.csv). Dit maakt de analyses van rekeninginformatie efficiënter. Gegevens van de periode voor 1 januari 2010 worden in pdf-formaat verstrekt.
Toekomst
Om ervoor te zorgen dat de wijze van vorderen/bevragen en verstrekken van informatie in de toekomst (nog) efficiënter kan verlopen, werken op dit moment banken (met Nederlandse banklicentie), opsporingsdiensten en de Belastingdienst samen aan het verbeteren van de digitale uitwisseling van gegevens. In sommige gevallen ontbreekt de snelheid van het uitleveren van gegevens, doordat er (nog steeds) veel handmatig werk aan te pas komt. Het verder digitaliseren van processen is daarom noodzakelijk ervoor te zorgen dat opsporingsdiensten en toezichthouders eenvoudiger, veiliger en sneller over de benodigde gegevens van banken kunnen beschikken.
Een belangrijke stap hierin is de ontwikkeling van het Verwijzingsportaal Bankgegevens. Hiermee kunnen opsporingsinstanties en de Belastingdienst in de toekomst geautomatiseerd vorderingen en bevragingen en naar de banken sturen en kunnen de banken geautomatiseerd aan opsporingsorganisaties en de Belastingdienst identificerende gegevens verstrekken. In eerste instantie zijn dat alleen de vorderingen op basis van bevoegdheden waarmee identificerende gegevens gevorderd kunnen worden. Mogelijk kunnen echter in de verre toekomst op die manier ook historische gegevens worden gevorderd, zoals transacties.
Het Verwijzingsportaal Bankgegevens is geïnitieerd naar aanleiding van aanstaande Europese wetgeving waarin de verplichting is opgenomen tot centrale en geautomatiseerde gegevensontsluiting van identificerende gegevens tussen opsporingsdiensten en bank- en betaalinstellingen. Op 5 juli 2016 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend ter wijziging van de Vierde Anti-witwasrichtlijn. Deze wijziging wordt ook wel “de Vijfde Anti-witwasrichtlijn” genoemd.[5] Op 15 december heeft de Europese Commissie een persbericht gepubliceerd dat het Europees Parlement en de Europese Raad overeenstemming hebben bereikt over dit nieuwe voorstel.[6] De beoogde inwerkingtreding van deze wetgeving en daarmee (als het goed is) van het Verwijzingsportaal Bankgegevens is 1 juli 2019.
Vooruitlopend op deze nieuwe wetgeving starten ABN AMRO, Bunq, Nationale Politie, FIOD, Belastingdienst, Justid/IBO en het Ministerie van Justitie en Veiligheid met een pilot op 1 mei 2018 voor enkele maanden om het Verwijzingsportaal te testen. Dit alles met het doel witwassen, fraude en andere vormen van criminaliteit beter te kunnen voorkomen en op te sporen!
Voor meer informatie over het Verwijzingsportaal Bankgegevens zie de volgende brochure.
[1] De opsomming van wetsartikelen op basis waarvan gegevens gevorderd/bevraagd kunnen worden bij banken is niet limitatief.
[2] In artikel 126nc WvSv is opgenomen dat een opsporingsambtenaar in geval van een verdenking van een misdrijf de verstrekking van identificerende gegevens mag vorderen. In de Aanwijzing opsporingsbevoegdheden (Staatscourant 2014, nr. 24442) op pagina 23 staat echter dat indien een dergelijke vordering wordt verstrekt ten aanzien van een financiële dienstverlener de hulpofficier van justitie, of in geval van een bijzondere opsporingsdienst, de teamleider, de vordering toetst op proportionaliteit en subsidiariteit. Vervolgens wordt de vordering schriftelijk door de hulpofficier van justitie of teamleider gedaan.
[3] Denk bijvoorbeeld aan saldo- en transactiegegevens, gebruikte bankpassen, gemachtigden tot de bankrekeningen etc.
[4] Denk bijvoorbeeld aan stukken voor het aanvragen van een hypothecaire lening, camerabeelden, informatie met betrekking tot sealbagstortingen etc.
[5] Voorstel tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering en tot wijziging van Richtlijn 2009/101/EG.
[6] De overeenstemming moet nog formeel worden bekrachtigd door het Europese Parlement en de Europese Raad.