Stappenplan WWFT
Stappenplan niet-melden van ongebruikelijke transacties
In artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (hierna: Wwft) is de verplichting opgenomen voor instellingen om verrichte of voorgenomen transacties onverwijld te melden aan FIU-Nederland nadat het ongebruikelijke karakter van de transactie bekend is geworden. Doet een instelling dit niet dan is er sprake van een misdrijf strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten.[Voetnoot1]
Wil je weten of je met een niet-melders delict te maken hebt? Doorloop dan de volgende stappen.
Stap 1: Instelling
In artikel 1, lid 1, Wwft staat vermeld wat onder een instelling verstaan wordt, hetgeen verder wordt uitgewerkt in artikel 1a Wwft.
Is er sprake van een meldplichtige instelling op grond van artikel 1a Wwft?
Meldplichtige instellingen (bank, andere financiële onderneming, of natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap handelend in het kader van zijn beroepsactiviteiten, waarop deze wet ingevolge artikel 1a van toepassing is) zijn bijvoorbeeld:
banken | trustkantoren | (kandidaat- en toegevoegd) notarissen |
kredietinstellingen | (register)accountants | makelaars |
betaaldienstverleners | juridisch adviseurs | taxateurs t.a.v. onroerende zaken |
levensverzekeraars | belastingadviseurs | advocaten |
beleggingsondernemingen | speelcasino’s | handelaren in goederen |
beleggingsinstellingen | administratiekantoren | (vanaf € 10.000 contanten)[Voetnoot2] |
Stap 2: Transactie
Is er sprake van een verrichte of voorgenomen transactie? Onder een transactie wordt sinds 1 januari 2013 verstaan: “handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van een cliënt waarvan de instelling ten behoeve van haar dienstverlening aan die cliënt heeft kennisgenomen.”
Stap 3: Ongebruikelijk: objectieve en subjectieve indicator
Is er sprake van een ongebruikelijke transactie die gemeld had moeten worden? In de Bijlage indicatorenlijst bij het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 zijn per instelling de verschillende indicatoren opgenomen. Indien de objectieve indicator van toepassing is, moet een instelling melden. Is de subjectieve indicator van toepassing, raadpleeg dan de richtlijnen van de desbetreffende toezichthouder Wwft of brancheorganisatie om te onderzoeken of een transactie gemeld had moeten worden. Zie hieronder twee voorbeelden van een indicator:
Subjectieve indicator: een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of het financieren van terrorisme.
Objectieve indicator: een transactie voor een bepaald bedrag of meer (bij een notaris bijvoorbeeld vanaf € 10.000 of meer), betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, cheques aan toonder, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of soortgelijke betaalmiddelen.
Stap 4: Meldplicht bij FIU-Nederland
Is de transactie door de instelling gemeld als ongebruikelijk bij FIU-Nederland? Dit kan worden onderzocht middels het versturen van een LOvJ-2 verzoek aan FIU-Nederland.
Stap 5: Vermoeden of aanwijzing niet-melden
Is de transactie niet gemeld door de instelling bij FIU-Nederland? Dan heb je voldoende informatie om een vermoeden te formuleren voor het niet-melden. Een aanwijzing voor overtreding van de WED is voldoende. Daarnaast is in de WED kleurloos opzet van toepassing. Dat betekent dat het niet nodig is dat de dader zich ook bewust is van het feit dat zijn daad strafbaar is.[Voetnoot3]
Stap 6: Standpunt toezichthouder
Wil je een extra opinie over de vraag of een transactie gemeld had moeten worden? Vraag dan of de desbetreffende toezichthouder hierover een standpunt wil innemen. Dit kan handig zijn wanneer een subjectieve indicator van toepassing is op de casus. Als dit niet nodig is, stel de toezichthouder dan in ieder geval op de hoogte van het onderzoek.[Voetnoot4]
Toezichthouders Wwft:
Bureau Financieel Toezicht | Autoriteit Financiële Markten |
De Nederlandsche Bank | Kansspelautoriteit |
Bureau Toezicht Wwft | Deken van de orde in arrondissement |
Stappenplan niet doen van cliëntenonderzoek
In artikel 3 van de Wwft e.v. is de verplichting opgenomen voor instellingen om op de hoogte te zijn van wie hun klant is (‘know your customer’). Dit wordt het cliëntenonderzoek genoemd. Is er geen cliëntenonderzoek verricht óf heeft dit niet tot het bedoelde resultaat geleid en wordt de cliëntrelatie toch voortgezet, dan is er sprake van een misdrijf strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten.[Voetnoot5]
Wil je weten of je met een dergelijk delict te maken hebt? Doorloop dan de volgende stappen.
Stap 1: Instelling
In artikel 1, lid 1, Wwft staat vermeld wat onder een instelling verstaan wordt, hetgeen verder wordt uitgewerkt in artikel 1a Wwft.
Is er sprake van een meldplichtige instelling op grond van artikel 1a Wwft?
Meldplichtige instellingen (bank, andere financiële onderneming, of natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap handelend in het kader van zijn beroepsactiviteiten, waarop deze wet ingevolge artikel 1a van toepassing is) zijn bijvoorbeeld:
banken | trustkantoren | (kandidaat- en toegevoegd) notarissen |
kredietinstellingen | (register)accountants | makelaars |
betaaldienstverleners | juridisch adviseurs | taxateurs t.a.v. onroerende zaken |
levensverzekeraars | belastingadviseurs | advocaten |
beleggingsondernemingen | speelcasino’s | handelaren in goederen |
beleggingsinstellingen | administratiekantoren | (vanaf € 10.000 contanten)[Voetnoot6] |
Stap 2: Cliëntenonderzoek
Moet een instelling een (verscherpt) cliëntenonderzoek verrichten? Een instelling dient het cliëntonderzoek af te stemmen op het risico dat een bepaald type cliënt, relatie, product of transactie oplevert. Zie onderstaande vormen van cliëntenonderzoek:
Standaard cliëntenonderzoek (artikel 3 Wwft), indien een instelling:
- in of vanuit NL een zakelijke relatie aangaat;
- in of vanuit NL een incidentele transactie verricht ten behoeve van de cliënt van ten minste € 15.000, of twee of meer transacties waartussen een verband bestaat met een gezamenlijke waarde van ten minste € 15.000;
- indicaties heeft dat cliënt betrokken is bij witwassen of financieren van terrorisme;
- twijfelt aan de juistheid of volledigheid van eerder verkregen gegevens van de cliënt;
- het risico van betrokkenheid van een bestaande cliënt bij witwassen of financieren van terrorisme daartoe aanleiding geeft;
- ziet dat gelet op de staat waarin een cliënt woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft, een verhoogd risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat.
Het beoogde resultaat houdt bijvoorbeeld in:
- de cliënt te identificeren en diens identiteit te verifiëren;
- de uiteindelijk belanghebbende van de cliënt te identificeren en diens identiteit te verifiëren, en indien de cliënt een rechtspersoon is, redelijke maatregelen te nemen om inzicht te verwerven in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de cliënt;
- het doel en de beoogde aard van de zakelijke relatie vast te stellen;
- de zakelijke relatie en zijn transacties te monitoren, eventueel onderzoek naar de bron van de middelen die bij de zakelijke relatie of de transactie gebruikt worden;
- vast te stellen of de natuurlijke persoon die de cliënt vertegenwoordigt daartoe bevoegd is en in voorkomend geval de natuurlijke persoon te identificeren en diens identiteit te verifiëren;
- redelijke maatregelen te nemen om te verifiëren of de cliënt ten behoeve van zichzelf optreedt dan wel ten behoeve van een derde.
Vereenvoudigd cliëntenonderzoek (artikel 6 Wwft)
Ten aanzien van de mogelijkheid om een vereenvoudigd cliëntenonderzoek te verrichten zijn, m.i.v. 25 juli 2018, niet langer typen cliënten aangewezen ten aanzien waarvan met een vereenvoudigd cliëntenonderzoek kan worden volstaan. In plaats daarvan dient een instelling voor het aangaan van een zakelijke relatie of het verrichten van een transactie een risicobeoordeling uit te voeren. De instelling houdt daarbij ten minste rekening met de in bijlage II bij de vierde anti-witwasrichtlijn genoemde risicofactoren. Indien daaruit volgt dat sprake is van een bewezen laag risico, kan volstaan worden met het treffen van vereenvoudigde cliëntenonderzoeksmaatregelen.
Verscherpt cliëntenonderzoek (artikel 8 Wwft), indien een instelling:
- indien de zakelijke relatie of transactie naar haar aard een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme met zich brengt;
- indien de cliënt - of de UBO van de cliënt – woonachtig of gevestigd is, dan wel zijn zetel heeft, in een staat die door de Europese Commissie is aangewezen als een hoog risico-staat;
- indien de cliënt - of de UBO van de cliënt - is een politically-exposed person (PEP). Het begrip PEP beperkt zich niet langer tot buitenlandse PEP’s: ook binnenlandse PEP’s vallen nu (m.i.v. 25-07-2018) onder dit begrip;
- In het geval van een correspondentrelatie[Voetnoot7].
Het beoogde resultaat houdt bijvoorbeeld in dat:
- een bank of andere financiële onderneming die een correspondentrelatie aangaat of is aangegaan met een respondentinstelling in een staat die geen lidstaat is, voldoende informatie heeft verzameld over de betrokken respondentinstelling om een volledig beeld te krijgen van de aard van haar bedrijfsactiviteiten, en op basis van openbaar beschikbare informatie de reputatie van de respondentinstelling en de kwaliteit van het toezicht dat op de respondentinstelling wordt uitgeoefend te beoordelen;
- de betrokken respondentinstelling de cliënten die rechtstreeks toegang hebben tot transitrekeningen heeft geïdentificeerd, hun identiteit heeft geverifieerd en daarnaast deze cliënten monitort;
- bepalen of de cliënt of de uiteindelijk belanghebbende een politiek prominente persoon is;
- er maatregelen zijn getroffen om de bron van het vermogen en van de middelen die bij de zakelijke relatie of de transactie gebruikt worden van de politiek prominente persoon vast te stellen.
Stap 3: Aanwijzing geen of onvoldoende cliëntenonderzoek
Indien er geen (verscherpt) cliëntenonderzoek heeft plaatsgevonden, kan dat bijvoorbeeld blijken uit afwezigheid van relevante vastleggingen over de klant en de identiteit van de klant in een cliëntendossier. Het niet uitvoeren van een cliëntenonderzoek is een misdrijf. Het aangaan van een zakelijke relatie of het uitvoeren van een transactie zonder dat een cliëntenonderzoek is verricht of dat dit onderzoek heeft geleid tot het beoogde resultaat, is ook een misdrijf.[Voetnoot8] Tenslotte dient een instelling de gegevens van het cliëntenonderzoek vijf jaar op toegankelijke wijze te bewaren.[Voetnoot9][Voetnoot10]
Download hier het [wt-private-upload id="8329" description="Stappenplan-Wwft_niet-melden_geen-cliëntenonderzoek-2018.pdf"] voor niet-melder en het niet doen van cliëntenonderzoek in Wwft-zaken in pdf-formaat.
Voor feiten van vóór 25 juli 2018: gebruik dit [wt-private-upload id="6953" description="stappenplan-wwft_niet-melden_geen-cliëntenonderzoek_012018.pdf"].
Voetnoten
[Voetnoot1, terug naar tekst] Artikel 16 Wwft juncto artikel 1 WED juncto artikel 2 lid 1 WED.
[Voetnoot 2, terug naar tekst] Onder de definitie handelaren voor de wwft vallen: “natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig handelen als koper of verkoper van goederen”.
[Voetnoot 3, terug naar tekst] Zie bijvoorbeeld HR 18 maart 1952, NJ 1952, 314 en HR 21 april 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2684.
[Voetnoot 4, terug naar tekst] Indien men contact wenst met een toezichthouder kan een e-mail worden gestuurd aan AML.Centre_Postbus@belastingdienst.nl.
[Voetnoot 5, terug naar tekst] Artikel 3 Wwft (juncto artikel 8 Wwft) juncto artikel 5 Wwft juncto artikel 1 WED juncto artikel 2 lid 1 WED.
[Voetnoot 6, terug naar tekst] Onder de definitie handelaren voor de wwft vallen: “natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig handelen als koper of verkoper van goederen”.
[Voetnoot 7, terug naar tekst] Onder correspondentrelaties worden betrekkingen tussen instellingen onderling beschouwd die zijn aangegaan voor bijvoorbeeld diensten als contantenbeheer, geldovermakingen, transitrekeningen, valutawisseldiensten, en effectentransacties.
[Voetnoot 8, terug naar tekst] Artikel 3 Wwft (juncto artikel 8 Wwft) juncto artikel 5 lid 1 onder b Wwft juncto artikel 1 WED juncto artikel 2 lid 1 WED.
[Voetnoot 9, terug naar tekst] Artikel 33 Wwft.
[Voetnoot 10, terug naar tekst] Indien wordt gestart met een strafrechtelijk onderzoek kan gebruik worden gemaakt van een standaard Wwft proces-verbaal. Dit proces-verbaal is raadpleegbaar op het interne gedeelte van de AMLC website (www.amlc.nl).