TBML-onderzoeken: geleerde lessen
Het uitvoeren van TBML-onderzoeken in de opsporingspraktijk is een uitdaging. TBML staat voor Trade-Based Money Laundering. Dit is het gebruiken van handelsstructuren om geld wit te wassen. Het gaat om internationale witwasnetwerken die lastig te doorgronden zijn en mijlenver van het gronddelict afstaan.
Vorig jaar zijn er tijdens dé TBML dag voor de opsporing bij het AMLC zeven TBML-zaken gepresenteerd door rechercheurs. In dit artikel bespreken we de status van drie van die zaken een jaar later. Wat zijn de geleerde lessen uit de praktijk? AMLC collega’s Ilona Ekelschot en Marijke Bleeker praten erover met rechercheurs van de opsporingsteams en delen hun bevindingen.
Zaak 1: Telecomwinkels
De Bazaar in Beverwijk is een combinatie van outlets, kramen en winkels. Maar het is ook een plek waar onder- en bovenwereld samensmelten. Naast de Bazaar ligt een bedrijventerrein, genaamd Midi Center, waar tientallen kleine bedrijfsunits zijn gehuisvest. In het merendeel van de bedrijfsunits zitten telecomzaakjes. De schaduwkant is dat er amper een klant te bekennen is. Wat is er wel? De politie ziet in meerdere onderzoeken koeriers die vluchtig naar binnen gaan en dan weer naar buiten komen. In deze onderzoeken is meermaals contant geld aangetroffen in individuele telecomzaakjes. Op basis daarvan ontstaat een redelijk vermoeden dat er sprake is van witwassen en ondergronds bankieren. In 2019 wordt tijdens een groots opgezette actie (klapdag) €150.000 aangetroffen in contanten, waaronder 500-euro coupures. Een deel hiervan wordt aangetroffen achter een systeemplafond. Het gebruik van veel contant geld en 500-euro coupures in een bedrijfssector maakt het vatbaarder voor witwassen.
De telecomsector wordt gebruikt als dekmantel. Telefoons worden op papier ingekocht of verkocht zonder dat er sprake is van een fysieke goederenstroom. Dit wordt ‘ghost shipping’ genoemd, en is een indicator voor TBML. Uit de administratie van de telecomzaakjes zijn geen transportkosten zichtbaar. Soms vindt er wel een fysieke goederenstroom plaats, maar worden er houten pallets in een telefoondoosje gedaan met ongeveer hetzelfde gewicht als een mobiele telefoon. De klanten die de telefoons aankopen zijn opmerkelijk. Denk hierbij aan een lokale bakkerij die opeens voor meer dan een half miljoen euro aan telefoons bestelt. Het inzichtelijk maken van branchevreemde partijen waarmee zaken wordt gedaan, heeft de politie geholpen bij het criminaliseren van de telecomzaken. De politie heeft ook gekeken naar de omzetten van de telecomwinkels en die vergeleken met wat gebruikelijk is in de branche. Hierbij is opgevallen dat een aantal telecombedrijven snelle omzetstijgingen en hoge winsten boeken in een korte tijd. Branchevreemde partijen en snelle omzetstijgingen zijn risico’s die kunnen duiden op witwassen.
Door samenwerking op zowel preventief als repressief gebied zijn successen geboekt en drempels opgeworpen die het lastiger maken om een onderneming te starten op het Beverwijkse bedrijventerrein. Opsporingsdiensten hebben zich gericht op het verstoren van het criminele netwerk. Dankzij bestuurlijke rapportages van de politie heeft de gemeente plaatselijke wetgeving aangepast en een exploitatievergunning ingevoerd waardoor de integriteit van een bedrijf kan worden getoetst. Door criminele netwerken te verstoren ontstaat vaak een waterbedeffect: het criminele netwerk verplaatst zich naar een andere locatie. Dat gebeurt ook over de landsgrenzen heen.
Voor een complexe zaak als deze is een lange adem vereist. Verder is het belangrijk dat een dergelijke zaak goed aansluit bij een opsporingsteam. Het bijspijkeren van kennis over TBML bij opsporingsteams, Openbaar Ministerie en Rechterlijke Macht is noodzakelijk om successen te kunnen boeken. Op managementniveau moet TBML prioriteit krijgen. Dat is een uitdaging. Deze zaak is nog niet op zitting geweest.
Zaak 2: Metaalrecycling
De inkoop van metaal wordt van oudsher contant afgerekend. Aan de weegbrug wordt onderhandeld over de prijs waardoor de branche in nevelen is gehuld. De grote contante geldstromen en schommelingen in de prijzen maken de sector vatbaar voor witwassen.
In 2020 is dit onderzoek als samenwerkingsverband tussen politie en FIOD gestart. De aanleiding hiervoor was informatie uit een eerder politieonderzoek, waaruit een vermoeden van witwassen, valsheid in geschrifte en deelname aan een criminele organisatie ontstond. Tijdens de klapdag wordt beslag gelegd op woningen, administratie, honderden kilo’s edelmetalen, auto’s, horloges, contant geld en goud.
Vervolgens is eerst de bedrijfsstructuur in kaart gebracht. Daarna is door de rechercheurs onderzocht hoe de branche werkt. Op basis van CBS-gegevens is branche-informatie over het aantal werknemers, de omzet per onderneming en per medewerker en het bedrijfsresultaat voor belastingen afgezet tegen de cijfers van het verdachte metaalbedrijf. Hieruit blijkt dat met name de omzet per medewerker mijlenver afwijkt van wat gebruikelijk is in de branche. Hierdoor hebben de rechercheurs onderbouwd dat er waarschijnlijk sprake is van een kunstmatig opgehoogde omzet.
Verder zijn de ronde factuurbedragen bij (buitenlandse) ondernemingen opvallend. Bij facturen van andere bedrijven loopt het factuurbedrag tot twee cijfers achter de komma. Ook zijn er branchevreemde betalingen ontdekt van een buitenlands bedrijf uit de telecomsector. Dit bedrijf heeft een appartementencomplex als vestigingsadres en heeft maar kort bestaan, zo’n anderhalf jaar. Hier zijn, passend bij bekende TBML- methodes, de omschrijvingen bij de betalingen nietszeggend; ‘payment for goods’. De snelle betaling van facturen gestuurd door buitenlandse afnemers valt ook op. Na onderzoek door de rechercheurs via de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) over gemiddelde betaaltermijnen in betreffende landen blijkt een groot verschil te zitten. Normaal gesproken wordt pas na 42-50 dagen betaald en niet binnen 1-2 dagen.
Verder blijkt dat bepaalde ritten niet plaats hebben gevonden, maar dat er wel facturen zijn betaald voor de goederen, vermoedelijk gaat het hier om ‘ghost shipping’.
Het bedrijf heeft verder een hoog kassaldo. Dagelijks wordt contant geld afgeleverd door een geldvervoersbedrijf. Ook worden cashopnames gedaan via de geldautomaat. Kijkend naar de contante inkopen die gedaan zijn in combinatie met de weegbonnen, komen de rechercheurs uit op opvallende aantallen. Er zouden 6 dagen per week door gemiddeld 27 particulieren per dag ruim 5600 kilo aan metalen per klant zijn binnengebracht.
Op basis van bovengenoemde onderzochte afwijkingen en risico’s binnen de bedrijfsvoering ontstaat een vermoeden van TBML. In deze zaak zijn verdachte transacties[1] gemeld. Dit is waardevolle informatie die is toegevoegd aan het dossier. Deze zaak is een veelomvattende zaak die twee jaar heeft geduurd en waarbij veel belangrijke sectorkennis is vergaard om alle informatie te kunnen duiden in het onderzoek. De zaak is nog niet op zitting geweest.
Zaak 3: Farmaceutische industrie
De farmaceutische industrie is lastig te doorgronden. Voor buitenstaanders is het moeilijk in te schatten hoe de financiële geldstromen lopen of welke goederenstromen logisch zijn. Aanleiding voor dit onderzoek zijn meldingen bij FIU van een bank, en trustkantoor en een geldwisselkantoor over geldstromen die in verband kunnen worden gebracht met corruptie. Het vooronderzoek is gestart bij het Anti-Corruptie Centrum van de FIOD. In het onderzoek is de keuze gemaakt om verder te werken op de verdenking van valsheid in geschrifte en witwassen, waarbij een rol heeft gespeeld dat met de betrokken landen geen of een moeizame rechtshulprelatie bestond.
De rechercheurs van het onderzoek hebben ingezet op het verkrijgen van meer sectorinzicht. De Inspectie Gezondheidszorg heeft aangegeven wat gangbaar is in de industrie, de Belastingdienst heeft uitgelegd hoe de fiscale constructie werkt en de Kamer van Koophandel heeft bedrijfsmatige handelsbegrippen toegelicht. De Douane kan tot slot goederenstromen inzien en kijken welke landen betrokken zijn. Allemaal waardevolle informatie voor de rechercheurs, maar de puzzel is nog niet compleet. De betreffende goederen gaan door het buitenland en de douane beschikt alleen over import- en exportgegevens over goederen in Nederland. De internationale goederenstromen maken het complex.
Het farmaceutische bedrijf in Nederland werkt als tussenschakel in de keten. Valse in- en verkoopfacturen stromen door het bedrijf heen. Het bedrijf stelt blanco facturen op eigen briefpapier ter beschikking, vooraf voorzien van een handtekening. De onderliggende contracten geven aan dat het bedrijf producten inkoopt in het ene risicoland als distributeur en daarna weer verkoopt aan het andere risicoland. Maar uit het onderzoek is duidelijk geworden dat de directeur van het Nederlandse bedrijf vooraf geen kennis of zeggenschap heeft over de in- en verkoop van goederen. Die informatie ontvangt hij pas achteraf. Daarnaast zijn de afnemer(s) en leverancier(s) van de goederen uit de twee risicolanden gelieerd aan elkaar. Op deze manier is een ‘paper trail’ gecreëerd. Dat wil zeggen dat geldstromen tussen de twee risicolanden rondgepompt kunnen worden terwijl het Nederlandse bedrijf op papier de schijn heeft een legale tussenschakel te zijn in de gehele keten.
De prijzen van de farmaceutische producten en commissies zijn niet transparant. Bij een fabrikant kan een product €1000,- kosten en in de loop van de goederenstroom kan er € 100.000,- voor worden betaald. Dit heet ‘overpricing’ en is een verschijningsvorm van TBML. Het is lastig om inzichtelijk te krijgen wat een reële prijs is voor farmaceutische producten. Datzelfde geldt voor commissies. Het Nederlandse bedrijf heeft als verdienmodel dat het ongeveer 3% commissie ontvangt. Er zijn miljoenen verdiend door het omleiden van de geldstroom via het Nederlandse bedrijf door de (op papier) ‘ingekochte’ goederen.
Het is een onderzoek met veel uitdagingen. Het inzichtelijk maken van de constructie en het verkrijgen van sectorkennis kost veel tijd. Het resultaat een jaar later is dat er strafbeschikkingen zijn opgelegd aan de verschillende verdachten van in totaal 2,6 miljoen euro.
Geleerde lessen
- Sectorkennis opdoen en borgen binnen de organisatie is belangrijk.
- Het is zaak te zorgen voor voldoende TBML-kennis in de hele strafrechtketen.
- Wees creatief bij het zoeken van sectorinformatie, denk aan brancheverenigingen of overheidsorganisaties.
- Overweeg om bij TBML-zaken in een vroeg stadium de samenwerking met buitenlandse opsporingsinstanties op te starten.
- Kies aan het begin van je onderzoek welke strafbare feiten relevant zijn en blijf bij die keuze.
Aanvullende tips
- Gebruik de FATF TBML-indicatoren en de witwasindicatoren als onderbouwing van een onderzoek.
- Het AMLC levert dit jaar in samenwerking met de Douane sectordocumenten op, wellicht kunnen deze van waarde zijn bij een onderzoek. Zie de eerste met betrekking tot de groentezadenhandel en de tweede over de vleessector op www.amlc.nl.
- Zoek met de AMLC-browser naar verdacht verklaarde transacties op jouw onderzoeksobjecten en verwerk deze informatie ook in een onderzoek.
[1] Poortwachters zoals banken moeten ongebruikelijke transacties melden bij de Financial Intelligence Unit-Nederland (hierna FIU). Onder omstandigheden kunnen ongebruikelijke transacties door de FIU verdacht worden verklaard. Deze verdachte transacties kunnen worden onderzocht door opsporingsdiensten.