‘Een verdachte transactie heeft pas waarde als er wat mee gedaan wordt’
Publicatiedatum 23-05-2025, 10:37 |
Interview met Hennie Verbeek-Kusters (hoofd FIU-NL) en Erwin Dijkstra (projectleider Ketenversterking VT’s, FIOD/AMLC)
“Jullie hebben hele mooie intelligence, maar het ontbreekt aan systematisch inzicht in het gebruik ervan.” Platgeslagen was dat in 2022 de conclusie van de FATF en de Algemeen Rekenkamer over de anti-witwasketen in Nederland.
Politie, FIOD, FIU-NL en het FP herkenden zich in deze kritiek en startten daarop het project Ketenversterking VT’s, dat nog tot eind van dit jaar loopt. Het project moet antwoord geven op de vraag wat er met verdachte transacties gebeurt, wie ermee aan de slag gaat en wat deze financiële informatie concreet oplevert. In dit dubbelinterview vertellen projectleider Erwin Dijkstra van de FIOD en Hennie Verbeek-Kusters, hoofd van FIU-NL, wat er binnen het project bereikt is en welke uitdagingen er nog voor hen liggen.
Wat is de focus van dit project?
Erwin: ‘Alles draait om verdachte transacties (VT’s). Waar we op hebben ingezet en blijven inzetten is een goede overdracht van VT-dossiers van FIU-NL naar de opsporing, een ‘landingsplek’ voor elk VT-dossier en inzicht in het gebruik en de bruikbaarheid van die VT’s. Daarmee willen we de feedbackloop en de ketensamenwerking versterken.’
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: waar staan we?
Erwin: ‘Sinds de start van het project in 2023 is er veel tijd gaan zitten in het op orde brengen van de randvoorwaarden, het bouwen van een goed fundament. Denk hierbij aan het realiseren van eenduidige en traceerbare werkprocessen tussen en binnen de partnerorganisaties. Ook wordt er ingezet op een “centrale informatievoorziening” waar de systemen van de verschillende ketenpartners op aansluiten. Het heeft tijd nodig om dat goed in te regelen. Qua verwachtingsmanagement is het goed om te benoemen dat niet alles af zal zijn als dit project eind 2025 afloopt. Maar wat niet af is blijft onze aandacht behouden.’
Hennie: ‘Wij kunnen de VT’s inderdaad alleen rechtstreeks uploaden in politiesystemen maar nog niet in die van de FIOD. ICT is aan de ene kant het antwoord en tegelijk een uitdaging. Die database bouwen is niet het moeilijkste, maar de koppelingen en het beheer ervan wel. Dat straks iedereen in die ene centrale informatievoorziening kan waar de informatie altijd realtime beschikbaar is, is een ongelooflijk belangrijke stap.’
Erwin: ‘Een belangrijke doelstelling die we binnenkort hopen te bereiken is de notificatie. Iedere opsporingscollega krijgt een seintje als er nieuwe VT-informatie beschikbaar is gekomen op de betrokkene in een onderzoek. Dat moet een boost geven aan het gebruik van VT-informatie. Verder hebben we de FIU-data die door de opsporing worden ontvangen uit elkaar getrokken: welke VT’s zijn tot stand gekomen op basis van de match met de politiesystemen en welke VT’s komen voort uit eigen onderzoek van de FIU. Daardoor zien we beter welke informatie waar landt en kunnen we gerichter monitoren op het gebruik en daar eventueel op sturen.’
Wat is de grootste winst tot nu toe?
Erwin: ‘Dat alle vier de partners het belang en de urgentie voelen. Groot winstpunt is ook de harmonisatie. We hebben nu een eenduidige registratie van de overdracht van FIU-NL naar opsporing en een eenduidig werkproces van registratie van het gebruik van de VT’s binnen de politie en de FIOD. Ook hebben we beter zicht op de feedbackbehoefte van de verschillende ketenpartners. Ik zie ook veel bijvangst: zo zijn er directere lijntjes ontstaan tussen medewerkers van het AMLC en FIU-NL. Samen zijn er onder andere bugs uit het proces gehaald waardoor we informatie beter kunnen matchen, koppelen en verrijken. Op die manier worden de VT’s beter weggezet binnen de opsporing. Dat is ook zeker een winst.’
Hennie: ‘Dat we dankzij dit project een landingsplaats hebben voor elke VT is voor de FIU-NL de grootste winst. Voorheen werd een deel warm overgedragen aan de opsporing, maar een groot deel van de VT’s verdween vanuit ons perspectief in een zwart gat. Wat ook een wezenlijk verschil is met het verleden: het gevoel dat we er samen voor aan de lat staan. Dat is ook de enige manier waarop het kans van slagen heeft.’

Hennie, waarom is het voor jou belangrijk om te weten wat er met ‘jullie’ VT’s gebeurt?
‘Als we het niet weten, kunnen we onze rol als FIU-NL niet voldoende vervullen. Als het ophoudt bij wat er wordt gemeld, dan weet je eigenlijk niks. De intelligence die wij maken is geen eindproduct, die heeft geen waarde in zichzelf. Een VT heeft pas waarde als er wat mee wordt gedaan. Als we dát weten, kunnen wij ons werk beter inrichten en onze voorlichtende rol richting melders waarmaken. Hen goed informeren over de waarde van hun meldingen, hen helpen om aanvullende preventieve maatregelen te treffen. Als je dat allemaal niet weet, mankeert het hele systeem.’
Wie heeft het meeste baat bij een goede feedbackloop?
Hennie: ‘Mijn neiging is om te zeggen de melders en de FIU-NL. Maar als je op een hoger abstractieniveau kijkt, is het belang voor opsporing net zo groot.’
Erwin: ‘De aandacht vanuit het project voor het verbeteren van de feedbackloop heeft primair een publiek-publieke focus. We willen vanuit opsporing aan FIU-NL teruggeven: dit is waardevolle informatie, hier kunnen we een onderzoek op starten, en deze informatie leent zich daar minder of niet voor. Uiteraard zijn de betrokken partners ook aangesloten bij allerlei overige initiatieven om te verkennen hoe de feedbackloop publiek-privaat (en vice versa) te versterken.'
Hennie: ‘Die terugkoppeling, daar hebben wij dus heel veel behoefte aan. Anders tasten wij als FIU-NL in het duister. Al heel lang matchen we onze data met de politiesystemen. In dit project zijn we die match gaan zuiveren. Met welke resultaten van die match wordt ook echt iets gedaan? Het is voor ons fundamenteel om van de opsporing terug te horen waar ze meer van willen of waar wij mee kunnen stoppen om door te melden.’
Is het een lastiger klus dan verwacht?
Erwin: ‘Het is absoluut een uitdagende klus. Je moet accepteren dat het gras er niet harder van gaat groeien als je eraan trekt. Dat is wel eens lastig omdat ik doelgericht ben. Maar soms moet je dingen ook de tijd gunnen. Ik had het tempo liever anders gezien, maar in het samenspel met vier ketenpartners is dit ook wel gewoon de realiteit.’
Eind dit jaar eindigt dit project. Hoe verder?
Hennie: ‘Niet alle projectdoelstellingen zullen dan 100 procent gerealiseerd zijn. We zijn dan ook al aan het nadenken over niet of, maar hoe we verdergaan.’
Erwin: ‘Bovendien moet er medio 2027 nieuwe Europese antiwitwaswetgeving geïmplementeerd zijn.’
Hennie: ‘Dat klopt. Op grond van die nieuwe wetgeving moet de opsporing terugkoppeling aan FIU-NL geven over het gebruik van VT-informatie. We hebben dankzij dit project dus nu al een oplossing voor een uitdaging die we nog niet kenden toen we hieraan begonnen.’