Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Concrete verifieerbare verklaring

Gerechtshof Amsterdam, 2 november 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3529

De verdachte in deze zaak is op Schiphol aangehouden met ruim € 12.000,- contant op zak en wordt verdacht van het witwassen hiervan. Omdat er geen rechtstreeks verband is met een gronddelict wordt het stappenplan toegepast. Er is sprake van een gerechtvaardigd witwasvermoeden. Over het geld heeft de verdachte bij de politie verklaard dat het afkomstig was van een lening. In eerste aanleg zijn er door de advocaat van verdachte stukken overgelegd met betrekking tot die lening bij een bank in Colombia. In hoger beroep zijn uit het Spaans vertaalde stukken overlegd met betrekking tot een lening van 45 miljoen peso’s bij een Colombiaanse bank, een valutawissel en uitbetaling aan verdachte van ongeveer € 13.000,- in Madrid en twee schriftelijke verklaringen van met name genoemde valutahandelaren. Volgens het hof is deze verklaring concreet, min of meer verifieerbaar en op voorhand niet hoogst onwaarschijnlijk en had het op de weg van het OM gelegen om nader onderzoek te doen naar de herkomst van het geld. Aangezien de advocaat-generaal zich op zitting heeft verzet tegen het doen van nader onderzoek kan niet worden bewezen dat het geld afkomstig is uit enig misdrijf en wordt verdachte vrijgesproken.

Dit arrest is in lijn met overige jurisprudentie over dit onderwerp, inhoudende dat verklaringen waarbij er wordt verwezen naar specifieke gegevens zoals namen, hoogte van bedragen en bijgevoegde stukken in beginsel moeten worden onderzocht. Zie in dit verband ook het AMLC stappenplan rechtspraak product (inloggen vereist, voor publieke partijen ook op te vragen per e-mail).

Op deze pagina