De “valse facturenfabriek” van de partner
Publicatiedatum 02-09-2025, 11:23 |
Rechtbank Amsterdam, 10 juni 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:3878
In deze zaak heeft de rechtbank een verdachte veroordeeld voor opzettelijk gewoontewitwassen. De feiten laten zien hoe het aannemen van gelden van een partner kan leiden tot opzetwitwassen.
De verdachte in deze zaak ontving over een langere periode aanzienlijke geldbedragen en luxe goederen van haar ex-partner (de medeverdachte) en uit diens onderneming. De verdachte heeft deze bedragen aangenomen en gebruikt, onder meer door luxeauto’s aan te schaffen. Uit eerdere zaken tegen haar ex-partner blijkt dat deze schijnbedrijven had. Deze waren op papier actief in de kledingbranche, maar het geld was eigenlijk verkregen door het vervalsen van facturen. Daarom spreekt de rechtbank ook van een “valse facturenfabriek”.
In deze zaak had de verdachte tijdens haar eerste verhoor een uitgebreide en gedetailleerde verklaring afgelegd die aansloot bij de andere onderzoeksbevindingen in het dossier, zonder dat zij van het dossier op de hoogte was. Hierdoor is in deze zaak sprake van opzetwitwassen en meer specifiek gewoontewitwassen. De verdediging heeft wel een schuldverweer gevoerd. De medeverdachte zou immers ook over geld beschikken dat uit legale bron afkomstig was, namelijk uit een legale handel in kleding. Dankzij de eerdere verklaring van de verdachte, waaruit blijkt dat zij op de hoogte was van de criminele herkomst van het geld, gaat dit echter niet op.
Meer weten over de bestraffing van ‘de partner van’? Lees hier een verdiepende artikel over dit onderwerp.