Eigen misdrijf
Verdachte is door het hof veroordeeld voor het witwassen van €93.063. Het middel klaagt dat sprake is van de kwalificatie-uitsluitingsgrond nu verdachte het bedrag enkel voorhanden heeft gehad en het afkomstig zou zijn uit eigen misdrijf. In de woning van verdachte werd het geld (in kleine coupures) gevonden en in de woning van zijn vriendin – waar verdachte regelmatig verbleef - werd een hennepdrogerij aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat het geld afkomstig is van de verkoop van een partij hennep. De tas met geld is naast een doos met (volgens verdachte ‘overgebleven’) 9,5 kilo hennep aangetroffen.
Toch oordeelde het hof dat niet aannemelijk is geworden dat het aangetroffen geld afkomstig is uit een door verdachte zelf begaan misdrijf. Door of namens verdachte is dit niet met voldoende concretisering aangevoerd omdat hij verdere vragen over de herkomst niet heeft willen beantwoorden. Volgens de Hoge Raad geeft dit geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. In het advies van het Parket bij de Hoge Raad (ECLI:NL:PHR:2017:1271) wordt er op gewezen dat de relatief kleine hennepkwekerij en de omstandigheid dat geen aanknopingspunten gevonden zijn die erop wijzen dat verdachte over zo’n grote hoeveel hennep heeft beschikt, het aangetroffen geldbedrag niet kunnen verklaren.
Hoge Raad,21 november 2017