Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Geen redelijk vermoeden eenvoudig witwassen

Gerechtshof Amsterdam, 26 mei 2021: ECLI:NL:GHAMS:2021:1553
Het Hof Amsterdam oordeelt dat het aantreffen van een geldbedrag van € 775,00 waarvan vier biljetten van € 50, los in de middenconsole van een auto, onder deze omstandigheden (o.a. dat die auto werd bestuurd door een jongen met Opiumwetantecedenten) niet zonder meer moet leiden tot de conclusie dat dit geld vermoedelijk van misdrijf afkomstig is. De aanhouding en doorzoeking van de auto zijn aldus onrechtmatig. Het Hof besluit vervolgens ook tot bewijsuitsluiting van de resultaten van de doorzoeking (o.a. hennep). ‘Het hof neemt daarbij in ogenschouw, dat opsporingsinstanties en opsporingsambtenaren in de praktijk bij het aantreffen van steeds lagere contante geldbedragen een verdenking van witwassen aanwezig achten.’

We hebben gemerkt dat deze uitspraak binnen de opsporing wordt gerelateerd aan het stappenplan witwassen. Het stappenplan ziet op het bewijs van de criminele herkomst van een witwasvoorwerp (zie ook onder Actualiteiten). Deze uitspraak moet naar onze mening echt worden gelezen in relatie tot de inzet van dwangmiddelen. Het wetboek van Strafvordering schrijft ter bescherming van de burger voor onder welke voorwaarden dwangmiddelen mogen worden ingezet. Die waarborg mag geen dode letter worden. Er was hier simpelweg te weinig om dwangmiddelen in te zetten.

Op deze pagina