Geheim luikje onder de trap
Publicatiedatum 23-05-2025, 10:08 |
Hoge Raad, 18 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:212
Tijdens de doorzoeking van de woning is er een luikje onder de trap met daar achter een holle ruimte ontdekt. Om het luikje te vinden moest de vloerbedekking (welke niet vastgelijmd zat) opgetild worden. In de ruimte lagen stapeltjes contant geld met een totaal van € 76.160.
Voor het bewijzen van het witwassen wordt in deze zaak het stappenplan gevolgd. Aangezien er geen verklaring wordt gegeven door de verdachte kan het witwasvermoeden niet worden weerlegd en wordt bewezen verklaard dat het geld ‘uit enig misdrijf afkomstig is’.
Hoe zit dat met het verbergen en verhullen van het geld? De Hoge Raad haalt hier de wetsgeschiedenis van artikel 420bis Sr aan:
“[..] bepalend voor de strafbaarheid is het effect van het handelen. De termen «verbergen» en «verhullen» impliceren dus een zekere doelgerichtheid: het handelen is erop gericht het zicht op de aard, herkomst, vindplaats enz. van voorwerpen te bemoeilijken en is ook geschikt om dat doel te bereiken.”
Gelet op deze verborgen ruimte, die kennelijk speciaal voor het langdurig en heimelijk verbergen van voorwerpen was gecreëerd en waarin het uit misdrijf afkomstige geldbedrag ook daadwerkelijk was verborgen, is de bewezenverklaring wat betreft het ‘verbergen van de vindplaats’ toereikend gemotiveerd