Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Kwalificatieuitsluitingsgrond bij het omzetten van buitenlandse valuta naar euro

De Hoge Raad heeft bepaald dat in het geval van het witwassen van voorwerpen die direct uit eigen misdrijf afkomstig zijn soms verhullende of verbergende handelingen bewezen moeten worden. Dit wordt de kwalificatieuitsluitingsgrond genoemd. In beginsel is dit alleen van toepassing op het voorhanden hebben of verwerven van een voorwerp dat onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstig is. In sommige bijzondere gevallen moeten die verhullingshandelingen ook bewezen worden bij de overige witwashandelingen uit sub b. (Omzetten, overdragen en gebruiken.) De kwalificatieuitsluitingsgrond is nooit van toepassing op de witwashandelingen uit sub a.

Verdachte heeft door een inbraak op 12 november 2013 buitenlandse valuta verkregen en deze omgewisseld bij het Grenswisselkantoor GWK in euro’s. Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij deze inbraak samen met een ander heeft gepleegd en het geld heeft omgewisseld. Alle witwashandelingen uit sub a zijn ten laste gelegd en uit sub b het voorhanden hebben en omzetten. Het hof ziet in het enkele omwisselen van de valuta naar (direct in Nederland uit te geven) euro’s geen verhullingshandeling. En spreekt verdachte dus vrij van witwassen. Het hof overweegt nog dat de kwalificatieuitsluitingsgrond niet van toepassing is op voorwerpen die middellijk uit eigen misdrijf afkomstig zijn. Maar dat niet ten laste is gelegd het voorhanden hebben van de euro’s (die middellijk afkomstig zijn uit eigen misdrijf na het omzetten). Het hof stelt: Slechts ten laste is gelegd dat verdachte: ‘een geldbedrag aan (diverse) buitenlandse valuta (totaal € 462,28)’ voorhanden heeft gehad (dus onmiddellijk) en niet dat verdachte een bedrag van € 462,89 dat was verkregen door het omwisselen van buitenlandse valuta in euro’s en dus middellijk verkregen voorhanden heeft gehad. De tip hierbij is dus vooral gericht op de vervolging. Het is erg belangrijk welke witwashandeling precies op de tenlastelegging staat.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12 november 2015

ECLI:NL:GHARL:2015:8626

Op deze pagina