Schuldwitwassen na WhatsAppfraude
Publicatiedatum 02-09-2025, 10:45 |
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 15 april 2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:1641
In deze zaak gaat het om een verdachte wiens bankrekening is misbruikt voor Whatsappfraude. Kan zij verantwoordelijk worden gehouden voor de fraude gepleegd door een ander met haar bankrekening?
De verdachte, een jonge vrouw, kwam via Snapchat in contact met een persoon die haar beloofde dat zij op een legale manier geld kon verdienen door haar bankpas en pincode af te staan voor investeringen in cryptovaluta. Het ging om een bedrag van vierduizend euro. In werkelijkheid werd haar rekening gebruikt om via oplichting verkregen geld door te sluizen.
Met deze gegevens heeft de persoon die de bankgegevens had, WhatsAppfraude gepleegd door zich voor te doen als de zoon van een slachtoffer. Op deze wijze is er € 4.802 naar de bankrekening van de verdachte overgemaakt. Slechts acht minuten later werden kort achter elkaar twee bedragen gepind, respectievelijk van € 2.000 en € 2.800. De verdachte ontving meldingen van zowel de storting als de opnames, gevolgd door een bericht van de fraudeafdeling dat haar bankrekening was geblokkeerd. Ondanks deze meldingen bleef zij contact houden met de persoon en bleef zij informatie delen.
Het hof is van oordeel dat de verdachte, door het verstrekken van haar bankrekeningnummer, pinpas en pincode – waarna er een bedrag van € 4.802 werd gestort – het geldbedrag voorhanden heeft gehad. Dat het geld slechts acht minuten op haar rekening heeft gestaan en vervolgens door een ander is gepind, doet daar niet aan af. De verdachte had ook de beschikkingsmacht over het geld. Uit het dossier blijkt immers dat zij ook na afgifte van haar pinpas en pincode nog altijd toegang had tot haar bankrekening via internetbankieren.
Recent publiceerden wij ook een andere uitspraak over een verdachte die zijn pinpas en pincode had afgegeven. In die zaak was er echter geen sprake van “verwerven of voorhanden hebben”, omdat de verdachte via internetbankieren geen toegang meer had tot de bankrekening. Let in dit soort zaken dus goed op de eventuele toegang/zeggenschap die een verdachte nog heeft over de betaalrekening.
Het hof stelt vast dat de verdachte meerdere signalen heeft gekregen dat de constructie waarin zij haar bankgegevens deelde niet legaal was. Zo sprak de persoon over het ontwijken van belasting en een riante vergoeding. Uit WhatsAppgesprekken blijkt dat de verdachte herhaaldelijk twijfels uitte, maar desondanks doorging en uiteindelijk haar bankpas, pincode en andere gegevens aan een onbekende persoon verstrekte. Bovendien had de verdachte eerder te maken gehad met fraude nadat zij haar bankpas en pincode had afgestaan, waardoor zij extra alert had moeten zijn. Volgens het hof had zij onder deze omstandigheden ten minste moeten vermoeden dat het geldbedrag dat op haar rekening werd gestort van misdrijf afkomstig was. Het hof acht enkel schuldwitwassen bewezen.