Van besmet startkapitaal tot gewoontewitwassen
Publicatiedatum 02-09-2025, 11:09 |
Rechtbank Den Haag, 10 juli 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:12538
Onderstaande uitspraak laat zien hoe het gebruik van “besmet” startkapitaal jarenlang doorwerkt in de bedrijfsvoering.
De verdachte in deze zaak was bestuurder van een autoverhuurbedrijf. In de periode 1 januari 2016 tot en met 13 april 2021 werd op de bankrekening van het bedrijf in totaal € 933.002 aan contanten gestort. In die periode beschikte het bedrijf over 55 voertuigen. Het startkapitaal van het bedrijf, € 45.000, kwam volledig uit de verkoop van twee voertuigen uit de voormalige V.O.F.
In een eerdere strafzaak was vastgesteld dat het vermogen van de voorgenoemde V.O.F. deels afkomstig was uit hennepteelt en hennephandel. Verdachte en zijn compagnons werden destijds veroordeeld voor gewoontewitwassen. Het startvermogen komt daarmee dus voort uit criminele opbrengsten, waardoor het hele bedrijfsvermogen vanaf de oprichting als besmet wordt beschouwd. Hierdoor raken ook latere opbrengsten van en investeringen in het autobedrijf besmet en zijn deze indirect van misdrijf afkomstig. Het saldo kan niet meer worden opgesplitst in legaal en illegaal.
De Rechtbank overweegt:
“Het vermoeden dat een geldbedrag of voorwerp van enig misdrijf afkomstig is, kan eveneens zien op geldbedragen of voorwerpen die gedeeltelijk van enig misdrijf afkomstig zijn. Uit de wetsgeschiedenis kan worden afgeleid dat in het geval dat van misdrijf afkomstige vermogensbestanddelen zijn vermengd met vermogensbestanddelen die zijn verkregen door middel van legale activiteiten, het vermengde vermogen kan worden aangemerkt als ‘mede’ of ‘deels’ uit misdrijf afkomstig.”
De verdediging stelt dat het besmette deel van € 45.000 slechts 4,8% van het totaal is en daarmee van geringe omvang. De rechtbank wijst dit af: dit bedrag vormt immers het gehele startkapitaal en is daarmee cruciaal voor de oprichting en bedrijfsvoering. Het bedrag is dus van wezenlijk belang. Ook het betoog dat de verdachte mocht vertrouwen op het gebruik van de voertuigen uit de eerdere zaak, omdat deze niet in beslag zijn genomen, houdt geen stand. Verdachte was destijds expliciet gewaarschuwd over de besmette herkomst. Aanvullend zijn in twaalf inbeslaggenomen voertuigen van het bedrijf gestolen onderdelen of onderdelen waarvan de identificerende kenmerken zijn verwijderd aangetroffen. Door deze voorhanden te hebben heeft de verdachte zich eveneens schuldig gemaakt aan het witwassen van gestolen auto-onderdelen.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich als bestuurder van het bedrijf schuldig maakte aan het medeplegen van gewoontewitwassen (geldbedragen en voertuigen) en medeplegen van witwassen in uitoefening van beroep/bedrijf.
Opvallend is dat de verdachte naast gewoontewitwassen ook is veroordeeld voor het medeplegen van witwassen in uitoefening van beroep/bedrijf. Dit komt namelijk niet vaak voor, daarnaast motiveert de rechtbank dit deel van de veroordeling ook niet. Je leest meer over witwassen in uitoefening van beroep of bedrijf zie dan hier ons verdiepende artikel.