Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Vingerafdrukken en voorhanden hebben

Gerechtshof Amsterdam, 15 oktober 2021: ECLI:NL:GHAMS:2021:3090
In deze zaak staat de vraag centraal of bewezen kan worden dat verdachte witwasvoorwerpen (zoals horloges en verpakkingsmateriaal daarvan) voorhanden heeft gehad. Het hof oordeelt dat witwassen niet kan worden bewezen, omdat op basis van het dossier niet méér kan worden vastgesteld dan dat vingerafdrukken van de verdachte op verpakkingsmateriaal zijn aangetroffen. Niet kan uit het dossier worden afgeleid wanneer deze vingerafdrukken op het verpakkingsmateriaal terecht zijn gekomen en onder welke omstandigheden. Zo kan bijvoorbeeld niet worden vastgesteld hoe lang de verdachte het betreffende verpakkingsmateriaal heeft vastgehouden. Het hof is daarom van oordeel dat op basis van de inhoud van het dossier niet met de voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid is vast te stellen dat de verdachte het verpakkingsmateriaal voorhanden heeft gehad. Voor het verwerven van het verpakkingsmateriaal of het overdragen ervan bevat het dossier ook geen bewijs. Verdachte wordt daarom vrijgesproken.

Hoewel hier kan worden vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde witwasvoorwerp (het verpakkingsmateriaal) letterlijk in zijn handen heeft gehad, betekent dit niet dat kan worden bewezen dat hij het witwasvoorwerp voorhanden heeft gehad. Voor voorhanden hebben zijn vingerafdrukken op een witwasvoorwerp dus niet voldoende.

Op deze pagina