Is valsheid in geschrifte het gronddelict?
Publicatiedatum 23-05-2025, 10:01 |
Hoge Raad, 1 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:487
De advocaat-generaal zet weer even op een rijtje hoe het zit met het causaal verband tussen het gronddelict en de verkrijging van het witwasvoorwerp. De Hoge Raad volgt in haar uitspraak de redenering van de AG.
“Een voorwerp is ‘afkomstig uit enig misdrijf’, als bedoeld in die bepaling, indien er een oorzakelijk verband bestaat tussen enerzijds een misdrijf (het gronddelict) en anderzijds de verkrijging van het voorwerp van witwassen. Deze causaliteitseis impliceert dat het gronddelict vooraf is gegaan aan de gedragingen die worden aangemerkt als witwassen; het gronddelict moet het witwassen immers mogelijk hebben gemaakt. Een nauwkeurige aanduiding van het gronddelict is niet vereist, en evenmin is vereist dat wordt vastgesteld door wie, wanneer en waar dit misdrijf concreet is begaan.
Voorwerpen ‘met betrekking tot welke’ of ‘met behulp waarvan’ een misdrijf is begaan, zijn niet reeds daardoor ‘afkomstig uit enig misdrijf’, aldus oordeelde de Hoge Raad met zoveel woorden. Anders gezegd, het voorwerp van witwassen (in casu betreft dat geldbedragen) is niet reeds ‘afkomstig uit enig misdrijf’ doordat enig misdrijf betrekking had op dit voorwerp of doordat het witwassen van dit voorwerp werd begaan met behulp van enig (ander) misdrijf.”
Het bovenstaande vormt vaker dan eens een discussie in de jurisprudentie, nu valsheid in geschriften ten onrechte kan worden aangemerkt als gronddelict terwijl het veelal een witwashandeling betreft. De AG wijst in deze zaak naar eerdere zaken waarin dit een rol speelde, zoals ECLI:NL:HR:2020:571. Bij deze zaak werden valse facturen gebruikt die de daadwerkelijke geldstroom moesten afdekken. Deze geldstroom betrof namelijk afspraken die het daglicht minder goed konden verdragen. Het oordeel dat de ontvangen gelden afkomstig waren uit valsheid in geschrifte, omdat de ontvangst en de betaling van de bedragen had plaatsgevonden met gebruikmaking van valse facturen getuigde volgens de Hoge Raad van een onjuiste rechtsopvatting.
Er is in de praktijk regelmatig onduidelijkheid over de vraag wanneer valsheid in geschrifte wel of niet als gronddelict kan worden gebruikt voor witwassen. Daarom heeft het AMLC een overzicht gemaakt van jurisprudentie hierover met een toelichting. Klik hier om het overzicht te raadplegen.