Bitcoinhandelaar in hoger beroep
Gerechtshof Den Haag, 1 februari 2022: ECLI:NL:GHDHA:2022:104
Het hof stelt dat in de tenlastegelegde periode 2013-2015 sprake was van een relatieve onbekendheid met het fenomeen cryptovaluta en dat terughoudendheid op zijn plaats lijkt bij het toepassen van in 2017 geformuleerde typologieën op het handelen in die eerdere jaren. Om die reden wijkt het hof uit naar een ander kader voor beantwoording van de vraag of verdachte twijfel had moeten hebben over de herkomst van de bitcoins die hij kocht. Echter ook in de periode 2013-2015 werden Bitcoins al veelvuldig in verband gebracht met criminaliteit en was er in de media bijvoorbeeld veel aandacht voor de handel in verdovende middelen in ruil voor Bitcoins via Silkroad. Die onbekendheid moet dus wat ons betreft worden gerelativeerd. Bovendien kunnen de typologieën ook worden gebruikt voor de objectieve vaststelling dat het niet anders kan zijn dan dat de Bitcoins uit misdrijf afkomstig waren, waarbij niet relevant is of verdachte dat ook wist of moest vermoeden in die periode.