Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Gedeeltelijke vrijspraak witwassen i.v.m. concrete, verifieerbare verklaring

Gerechtshof Den Haag, 18-05-2020: ECLI:NL:GHDHA:2020:918
De verdachte wordt onder andere verdacht van witwassen en het omkopen van een douaneambtenaar. Verdachte hield zich bezig met de import van verdovende middelen en bevond zich al geruime tijd in het drugscircuit en was daarin succesvol. Uit gesprekken met politie-informanten is gebleken dat verdachte grote geldbedragen beschikbaar had voor luxe goederen. In de woning van verdachte is bijna € 350.000,- aangetroffen in contanten. Het vermoeden van witwassen is daarmee gerechtvaardigd volgens het hof. Van verdachte mag daarom een concrete verifieerbare verklaring worden verwacht. Verdachte heeft verklaard een erfenis te hebben gekregen van de moeder van zijn vriendin. Volgens het hof is deze verklaring niet concreet en verifieerbaar, omdat de verklaring niet is onderbouwd. Een handgeschreven briefje is niet voldoende volgens het hof. De officier van justitie heeft om het origineel gevraagd, maar heeft dit niet gekregen, zodat het briefje niet kon worden onderzocht op echtheid. Ten aanzien van dit geldbedrag volgt een veroordeling wegens witwassen. Ten aanzien van het witwassen van het geldbedrag van ruim € 460.000,- wordt de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken. Dit bedrag is in contanten gestort op de bankrekening in de periode dat verdachte zich begaf in de drugshandel. Over het contant geld heeft verdachte verklaard dat hij dit kreeg uit investeringen in juwelierszaken. Volgens het hof heeft verdachte daarmee een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring gegeven. Het Openbaar Ministerie had die verklaring volgens het hof nader moeten onderzoeken. Nu nader onderzoek naar de verklaring van de verdachte achterwege is gebleven, kan niet worden geoordeeld dat deze stortingen uit enig misdrijf afkomstig zijn (vgl. HR 18 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2352).

Op deze pagina