Het Europese witwasverbod geduid’
Recent is een publicatie van Senna Kerssies, inmiddels promovenda bij het Willem Pompe Instituut voor strafrecht (UU), verschenen over de Europese regelgeving met betrekking tot witwassen. Zij geeft een overzicht van relevante Europese rechtsinstrumenten, en gaat onder meer in op de vraag hoe de Richtlijn strafrechtelijke bestrijding witwassen (2018/1673) in verhouding staat tot AMLD4 (de vierde anti-witwasrichtlijn, 2015/849) en AMLD5 (de vijfde anti-witwasrichtlijn, wijziging van AMLD4, 2018/843). De Richtlijn strafrechtelijke bestrijding witwassen is aangenomen kort na vaststelling van AMLD5, dus waarom is de verbodsbepaling inzake witwassen daar niet in geregeld? Antwoord, kort door de bocht: omdat het specifieke doel was om strafwetgevingen van de lidstaten te harmoniseren kon art. 114 VWEU (waar AMLD4 en AMLD5 op gebaseerd zijn) niet als rechtsgrondslag dienen. Ook komt de vraag aan de orde of de in een eerdere nieuwsbrief door het AMLC ingenomen stelling dat de Nederlandse wetgeving al voldoet aan de verplichtingen van Richtlijn strafrechtelijke bestrijding witwassen, klopt. Antwoord, kort door de bocht: ja.
De publicatie is hier te bestellen.