Pasfoto cliëntonderzoek Wwft
Gerechtshof Amsterdam 5 maart 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:419
In onderhavige zaak heeft creditcardmaatschappij ICS een cliënt verzocht om zich te identificeren in het kader van Wwft-verplichtingen. De cliënt weigerde medewerking en voerde aan dat het bewaren van een pasfoto (incl. kopie identiteitsbewijs) strijdig zou zijn met de AVG. Daarop heeft ICS de creditcard geblokkeerd en de overeenkomst opgezegd. De vraag is of dit mocht.
Sinds de wijziging van de Wwft in 2018 naar aanleiding van de vierde anti-witwasrichtlijn is ICS (net als andere Wwft-poortwachters) verplicht om cliëntenonderzoeken te actualiseren die bij aanvang al waren verricht op grond van art. 3 Wwft.
Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat ICS verplicht is om haar cliënten ten minste te identificeren en hun identiteit te verifiëren en de gegevens die met het oog daarop zijn verkregen, te bewaren.
"In de wijze waarop ICS aan deze verplichting vormgeeft, is zij tot op zekere hoogte vrij; zij mag bij wijze van uitgangspunt kiezen voor een online-identificatie en ook mag zij daarbij hulppersonen inschakelen, die geen bankierseed hoeven te hebben afgelegd omdat ze geen handelingen verrichten als bedoeld in art. 3:17b Wet financieel toezicht (Wft). In het kader van het cliëntenonderzoek van ICS is de verwerking van persoonsgegevens een noodzakelijke verwerking in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), waarbij overigens de opslag van een foto, anders dan [appellante] stelt, niet kan worden aangemerkt als de verwerking van een biometrisch gegeven. Het hernieuwde cliëntenonderzoek voldoet aan het transparantiebeginsel van de AVG: doel en werkwijze van de verwerking van de persoonsgegevens worden duidelijk en begrijpelijk beschreven in het Privacystatement van ICS."
Eerder schreven wij ook al over de afwezigheid van het recht op fysieke (i.p.v. digitale) identificatie in het kader van de Wwft.