Vervoeren cash

Gerechtshof Amsterdam, 17 maart 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:814

In deze zaak werd bij verdachte tijdens een controle bij de douane een geldbedrag van ruim € 12.000,- aangetroffen in zijn handbagage. Dit bedrag bestond uit biljetten van € 20,-. Omdat er geen direct bewijs is voor een aanwijsbaar gronddelict, doorloopt het hof het stappenplan. Het witwasvermoeden wordt aangenomen, omdat het vervoeren van zo’n hoog bedrag (in kleine coupures) hoogst ongebruikelijk is en gepaard gaat met risico’s zoals diefstal. Verder lijkt het erop dat verdachte de meldgrens van € 10.000,- probeerde te ontduiken door te zeggen dat hij € 9.950,- bij zich droeg. Daarom mag van verdachte een concrete verifieerbare verklaring worden verlangd die op voorhand niet hoogst onwaarschijnlijk is. Verdachte verklaarde dat het geld van iemand anders was die hem zou hebben verzocht dit geld in zijn rugzak te stoppen. Hij geeft ook de naam van die persoon. Maar uit die verklaring blijkt niet van een mogelijke alternatieve legale herkomst. Integendeel. De verdachte verklaarde dat hij zich kon voorstellen dat het geld uit criminaliteit kwam. Het hof oordeelt daarom dat het witwasvermoeden niet is weerlegd en veroordeelt de verdachte wegens witwassen. Als je kijkt naar het stappenplan witwassen, dan moet een concrete verifieerbare verklaring van een verdachte worden onderzocht door het Openbaar Ministerie. Dat is hier niet het geval, omdat de verklaring van verdachte duidelijk maakt dat er waarschijnlijk sprake is van een criminele herkomst. En dat duidt nu juist op witwassen.