Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Wisselende verklaring herkomst geld

Rechtbank Overijssel, 16-06-2020: ECLI:NL:RBOVE:2020:2038
Naar aanleiding van een opsporingsonderzoek naar een transportbedrijf in verband met het vervoeren van verdovende middelen naar Europese landen en witwassen kwam verdachte als vrachtwagenchauffeur van het bedrijf in beeld. Zowel het transportbedrijf als verdachte zijn vervolgd. Tijdens de doorzoeking is in de woning van verdachte in een kledingkast € 42.000,- aangetroffen, in met name kleine coupures van 20 en 50 euro. Uit onderzoek is verder gebleken dat er sprake is geweest van contante geldstromen voor een totaalbedrag van in ieder geval € 332.914,05 binnen het transportbedrijf. Het stappenplan wordt toegepast, omdat er geen rechtstreeks bewijs is voor een gronddelict. Witwassen zonder gronddelict kan bewezen worden verklaard, indien het niet anders kan zijn dan dat een voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Om daartoe te kunnen concluderen moet het Openbaar Ministerie allereerst een ernstig vermoeden van witwassen aantonen. Indien dit ernstig vermoeden wordt aangetoond, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld. Die verklaring over de herkomst moet vervolgens concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn. Als de verdachte een zodanige verklaring geeft moet het Openbaar Ministerie daar vervolgens onderzoek naar doen. Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal moeten blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.

Het witwasvermoeden is volgens de rechtbank aanwezig, omdat de herkomst van de contante geldbedragen niet kan worden verklaard. Ook is er sprake van enkele witwastypologieën. Verdachte ontkent het witwassen en heeft tegenover de politie wisselende verklaringen afgelegd over de herkomst van het in zijn woning aangetroffen geld en de herkomst van het door hem en medeverdachte ingebrachte startkapitaal in het transportbedrijf. Volgens verdachte betaalde het bedrijf alle rekeningen per bank en deed het bedrijf bijna geen contante uitgaven. Op zitting verklaarde verdachte dat hij privé beschikte over grote hoeveelheden contant geld, die hij heeft ingebracht in het transportbedrijf, dat de ingebrachte contante gelden mede afkomstig zijn geweest van de opbrengst van de verhuur van appartementen in Haarlem, en andere door hem verrichte werkzaamheden, en dat hij die inkomsten en de overige hoeveelheden contant waarover hij privé beschikte, niet heeft opgegeven aan de belastingdienst, omdat hij banken niet vertrouwt en geen dubbele belasting wil betalen. De verrichte contante betalingen door het transportbedrijf zijn volgens verdachte voornamelijk de cash afgerekende onderdelen voor de vele reparaties van schade aan vrachtwagens van het transportbedrijf.

De rechtbank oordeelt dat verdachte zijn verklaringen over de herkomst van de contante gelden op geen enkele wijze heeft onderbouwd met concrete, verifieerbare gegevens. Ook zijn verklaring op zitting is niet onderbouwd. De rechtbank acht de door verdachte daaromtrent afgelegde verklaringen dan ook ongeloofwaardig. Uit de overige informatie in het dossier is ook niet gebleken dat de contante geldbedragen een legale herkomst hebben. De rechtbank acht de verklaringen van verdachte niet concreet en verifieerbaar en in zijn totaliteit hoogst onwaarschijnlijk.

Op deze pagina