Witwassen met hulp hypotheekadviseur en een beroep op de kwalificatie-uitsluitingsgrond

Hoge Raad, 12 juli 2022: ECLI:NL:2022:1063 en ECLI:NL:PHR:2022:350,

Het hof heeft de verdachte in deze zaak veroordeeld wegens het witwassen van een woning. De verdachte heeft op basis van een valse opgave van haar inkomen een hypothecaire geldlening gekregen van de bank. In werkelijkheid had de verdachte een veel lager inkomen. Daarnaast heeft de verdachte valselijk ingevuld dat het om een pand voor primaire bewoning zou gaan. Het pand is echter gekocht als beleggingspand en werd verhuurd. Ook dit wist de bank niet. Deze oplichting pleegde de verdachte samen met haar hypotheekadviseur. Zonder de hypotheekadviseur was het verdachte niet gelukt om de geldlening te krijgen. Door het geld om te zetten in de woning heeft de verdachte de woning witgewassen.

De advocaat in hoger beroep had vrijspraak bepleit, omdat er geen verhullende handeling was verricht ten aanzien van de woning en een verhullende handeling zou een vereiste zijn bij het witwassen van voorwerpen uit eigen misdrijf (hier de oplichting). Dit verweer is verworpen. De rechtspraak rondom de kwalificatie-uitsluitingsgrond geldt hier immers niet. Verdachte heeft geld verkregen door oplichting en heeft dit geld (het witwasvoorwerp) omgezet in een woning. De woning is dus indirect afkomstig uit eigen misdrijf. De kwalificatie-uitsluitingsgrond is in beginsel alleen van toepassing op het voorhanden hebben en verwerven van voorwerpen die direct uit eigen misdrijf afkomstig zijn.