Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Witwassen doormiddel van hypotheekfraude

Rechtbank Noord-Holland, 17 juni 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:6654

In deze zaak heeft de medeverdachte een hypotheek verkregen om onroerend goed aan te kopen door middel van valsheid in geschriften. Daarnaast wordt aan de hand van het stappenplan gekeken of ten aanzien van ander onroerend goed en twee schepen ook tot een witwasveroordeling kan worden gekomen.

Op 15 juli 2014 is een strafrechtelijk onderzoek gestart naar twee personen. Zij werden verdacht van het witwassen van onroerend goed tussen 2000 en 2013. Tijdens het onderzoek kwam een derde persoon – de verdachte in deze zaak – in beeld als medeverdachte. De verdachte speelde een faciliterende rol bij het witwassen en had zich mogelijk schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte.

Allereerst bespreekt de rechtbank de valse werkgeversverklaring en salarisberekening. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij beide documenten heeft gebruikt voor het verkrijgen van een hypothecaire lening voor de desbetreffende woning. Deze documenten stonden echter op naam van zijn partner en de verdachte stelt niet op de hoogte te zijn geweest van de valse inhoud. Daarnaast heeft de verdachte de stukken aan de hypotheekverstrekker verstrekt zonder deze eerst goed te bestuderen. De rechtbank acht deze verklaring niet aannemelijk nu er correspondentie bestaat tussen de partijen waarbij de verdachte schrijft: zoals besproken ingesloten de stukken die we vanmorgen hebben doorgenomen. De verdachte heeft zich op basis van het bovenstaande volgens de rechtbank schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte. Hierdoor is het geld van de hypotheek onmiddellijk uit misdrijf afkomstig. Nu de woning (mede) is gefinancierd met dit geld maakt dit dat de woning middellijk uit enig misdrijf afkomstig is. Derhalve is het witwassen van de woning door de rechtbank bewezen verklaard.

Meer weten over valsheid in geschriften als gronddelict? Lees dan ons artikel “Overzicht valsheid in geschrifte als gronddelict”.

De verdediging heeft zich nog op de kwalificatieuitsluitingsgrond beroepen, wat bij succes resulteert in ontslag van alle rechtsvervolging. De kwalificatieuitsluitingsgrond beoogt te voorkomen dat een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en die het door dat misdrijf verkregen voorwerp verwerft of onder zich en dus voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig maakt aan het witwassen van dat voorwerp (dubbele bestraffing). De rechtbank volgt de verdediging hier echter niet in. Het huis is immers middellijk uit eigen misdrijf afkomstig, waardoor dit geen situatie is die onder de uitsluitingsgrond valt.

Voor de overige voorwerpen (vier onroerende zaken en twee schepen) wordt het stappenplan witwassen toegepast, maar dit leidt niet tot een veroordeling voor witwassen. De overweging van de rechtbank is hierbij interessant. De tenlastelegging is toegesneden op het witwassen van onroerend goed en schepen. Het is dan ook aan de rechtbank om te beoordelen of die voorwerpen afkomstig zijn uit enig misdrijf dat vóór de verwerving daarvan is gepleegd. Dit houdt in dat enkel de geldstromen (en hun herkomst) relevant zijn die voorafgaand aan de verwerving hebben plaatsgevonden en die in relatie staan tot de verwerving. De Officier van Justitie stelt ten aanzien van meerdere onroerende goederen dat deze uit misdrijf afkomstig zijn omdat de hypothecaire lening waarmee zij zijn verkregen na de verkrijging met crimineel geld zijn betaald. De rechtbank stelt echter dat de enkele omstandigheid dat een lening wordt afgelost met geld dat uit misdrijf afkomstig is, niet tot gevolg heeft dat het voorwerp uit misdrijf afkomstig is. De goederen zijn dan immers alsnog met legitiem geleend geld verworven.

Dit is een relevante uitspraak voor het causaliteitsvraagstuk bij witwassen, waaruit blijkt dat er een causaal verband moet bestaan tussen het verwerven van het witwasvoorwerp en het gronddelict. De enkele omstandigheid dat een lening wordt afgelost met geld dat uit misdrijf afkomstig is brengt niet met zich mee dat het voorwerp daarmee ook uit misdrijf afkomstig is.

Deel deze pagina