Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Bankrelatie bouwbedrijf

Rechtbank Amsterdam, 2 november 2021: ECLI:NL:RBAMS:2021:6233

ING heeft de bankrelatie beëindigd met een bedrijf dat zich bezig houdt met de bouw en afbouw van onder meer horeca- winkel- en kantoorpanden. Daarnaast is het bedrijf enig aandeelhouder van een BV die zich bezig houdt met handel in en reparatie van auto’s. Van deze BV heeft het bedrijf diverse spoedbetalingen ontvangen op één dag van in totaal € 1,9 miljoen. Dit bedrag is op dezelfde dag doorbetaald aan een holding. Behoudens deze transacties heeft op de bankrekening nagenoeg geen betalingsverkeer plaatsgevonden. Daarom heeft ING vragen gesteld aan het bedrijf.  Volgens de bank kwam er geen goede verklaring. Het bedrijf stelt een (af)bouwbedrijf te zijn, maar dit blijkt niet uit de bankrekening. Er zijn namelijk geen transacties voor inkoop van bouwmaterialen, salarisbetalingen of andere vaste lasten zoals huur of verzekeringen. De enige facturen over inkoop die zijn overgelegd zijn van een glazenwasser voor het leveren van bouwmateriaal. Over de transacties zegt het bedrijf dat de betalingen zien op een overname van aandelen waarvoor zij de koopsom hebben geleend. Hiervan zijn echter geen stukken overgelegd, zoals bijvoorbeeld een koopovereenkomst van de aandelen, een geldleningsovereenkomst of rekening-courantovereenkomsten. Daarom heeft de bank terecht geconstateerd dat het betalingsverkeer niet aansluit bij de bouwactiviteiten en verder ook geen legaal economisch doel lijkt te dienen. De bankrelatie is terecht beëindigd volgens de voorzieningenrechter.

Het is niet aannemelijk dat een glazenwasser bouwmateriaal levert. Daarnaast zijn de spoedbetalingen vanuit AML-perspectief opmerkelijk en een risico voor witwassen. Dit heeft de bank terecht gesignaleerd. Verder is sluiting van de bankrekening niet onredelijk verstrekkend, aangezien er toch nauwelijks gebruik van werd gemaakt.

Op deze pagina