Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Herstel bankrelatie Yin Yang

In de nieuwsbrief van februari bespraken wij het hoger beroep in de zaak van Yin Yang c.s. die in kort geding vorderden dat ING hun bankrelaties en overeenkomst contante bankstortingen voortzette. Eind 2016 werden in een saunaclub van Yin Yang c.s. onder andere drugs, contant geld en wapens aangetroffen. Het Openbaar Ministerie (OM) verdacht Yin Yang c.s. en haar bestuurders van witwassen, het uitvoeren van wisseltransacties zonder vergunning en valsheid in geschrifte. Het hof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2018:281) stelde ING in januari 2018 in het gelijk omdat zij onvoldoende in de gelegenheid waren om aan hun wettelijke Wwft-verplichtingen te voldoen. Dit ondanks eerdere veranderingen in het beleid van Yin Yang c.s. ING mocht de bankrelaties en overeenkomst contante bankstortingen beëindigen.

Nu spant Yin Yang c.s. opnieuw een kort geding aan bij de rechtbank Amsterdam. In verband met de media-check die banken doen – waaruit de politie-inval naar voren komt - worden Yin Yang c.s. niet bij andere banken toegelaten als klant. Ook heeft het OM inmiddels (juni 2018) aan beide partijen laten weten dat uit onderzoek – dat uitgebreider is dan het CDD-onderzoek van ING - niet blijkt dat de bedrijfsrekeningen zijn misbruikt, en dat de strafzaak om die reden is geseponeerd. Uit analyse van camerabeelden en de boekhouding blijkt dat de contante inkomsten van Yin Yang c.s. overeenkomen met de bezoekersaantallen. Met de bestuurders is een chikking getroffen waarbij toegezegd is dat aan het Landelijk Bureau BIBOB medegedeeld wordt dat er geen feiten en omstandigheden aan het licht gekomen zijn die moeten leiden tot een negatief advies en dat Yin Yang c.s. hun compliance hebben verbeterd.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is er met het beëindigen van de strafzaak tegen Yin Yang c.s., de schikking met de bestuurders en de getroffen maatregelen niet langer sprake van reputatie- en integriteitsrisico’s voor ING. Yin Yang c.s. blijven de anonimiteit van klanten wel garanderen met als reden dat klanten, gezien de aard van de club, hun privacy willen beschermen door contant te betalen. Zij betwisten echter dat er veel contant wordt betaald: de entree is €60 per persoon en zij hebben vaak een klein deel contante baromzet bij een bezoekersaantal van ongeveer 2.000 per week. ING heeft onvoldoende toegelicht waarom zij niet kan voldoen aan haar Wwft-verplichtingen. Ook weegt de voorzieningenrechter mee dat er geen andere bank is die de relatie wil overnemen.

Yin Yang c.s. worden in het gelijk gesteld en de bankrelatie zal moeten worden hersteld. Wel onder de voorwaarde dat Yin Yang c.s. de maximale contante betaling per bezoeker, of bij elkaar horende bezoekers, verlagen naar €1.000. De overeenkomst contante bankstortingen dient ook te worden hersteld maar pas als het beoogde nieuwe kassasysteem functioneert dat vaststelt of de ter afstorting aangeboden omzet overeenkomt met de ontvangen entreegelden. ING heeft toegezegd gevolg te geven aan de veroordeling.

Rechtbank Amsterdam, 2 november 2018

ECLI:NL:RBAMS:2018:7931

Op deze pagina