Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Investeringsfondsen, beleggingsinstellingen en witwassen

Door: Tom Debets (AMLC) en Lisette de Zeeuw (FP)

In juli 2020 berichtte het AMLC in de nieuwsbrief over een FBI-memo inzake private investment funds. In dit memo wordt door de FBI gewaarschuwd dat het bestaande AML-programma in de VS onvoldoende is om witwassen door middel van private investeringsfondsen te detecteren. Een AML-programma is namelijk niet verplicht wanneer de investeringsfondsen hun diensten alleen aanbieden aan institutionele beleggers. Gezien deze uitzondering acht de FBI het dan ook waarschijnlijk dat Amerikaanse investeringsfondsen voor witwassen gebruikt kunnen worden.

Uit het FBI-memo volgt tenminste één casus waaruit blijkt dat voor meer dan $ 400 miljoen aan criminele winsten, afkomstig uit oplichting met cryptovaluta investeringen (ponzi-fraude), door meerdere kleine investeringsfondsen (waaronder hedge- en private equity funds) is witgewassen.

De criminele winsten werden verhuld als investeringen, afkomstig van rijke Europese families, en in de fondsen geplaatst. Met behulp van meerdere transacties tussen verschillende fondsen en banken werden de criminele winsten versluierd. De uitgaande transacties werden voorgesteld als door de fondsen gedane investeringen. In werkelijkheid kwamen deze ten goede aan de bedenkers van de oplichting en/of aan hen gelieerde vennootschappen, waarmee de criminele winsten werden geïntegreerd.[1]

Ook Nederland kent een markt voor investeringsfondsen en bovendien zijn er Nederlandse voorbeelden van oplichting met cryptovaluta investeringen.[2] Dit werpt de vraag op of met eenzelfde waarschijnlijkheid Nederlandse investeringsfondsen voor witwassen worden gebruikt?

Een investeringsfonds wordt in Nederland aangeduid met de term beleggingsinstelling. Een beleggingsinstelling kan een instelling voor collectieve belegging in effecten (icbe)[3] of alternatieve beleggingsinstelling (abi) zijn. Beleggingsinstellingen die geen icbe zijn, kwalificeren als abi.

De abi vindt haar grondslag in de Europese AIFM-richtlijn[4] die op 8 jun 2011 werd aangenomen door het Europese Parlement. De AIFM-richtlijn is een uitvloeisel van de financiële crisis (2008) die inzichtelijk maakte dat de strategieën van beleggingsinstellingen grote risico’s kunnen meebrengen voor beleggers, andere marktdeelnemers en markten.[5] De richtlijn is in 2012 in de Wet op het financieel toezicht (Wft) geïmplementeerd.

Het staat de abi vrij om te kiezen waarin wordt belegd, te denken valt aan financiële producten, deelnemingen in ondernemingen, vastgoed en cryptovaluta. Zo kunnen in Nederland hedge- en private equity-fondsen ook kwalificeren als abi.

Beheerders van een abi dienen over een vergunning te beschikken of zich te registreren. Indien een abi activa beheert van meer dan € 100 miljoen (open-end[6]) of meer dan € 500 miljoen (eerste vijf jaar closed-end[7] en zonder gebruik van hefboomfinanciering) dan dient een vergunning te worden aangevraagd bij de AFM, waarbij beleid en bestuurder(s) worden beoordeeld. De Wft legt de abi in dat geval een aantal verplichtingen op. Zo moet de abi niet alleen een beheerder (operationele functie) hebben, maar dient ook een bewaarder (controle functie) te worden aangesteld. Deze twee functies moeten voldoende substance hebben en er dient een risicobeleid te worden ingericht. Wanneer aan particulieren (niet-professionele beleggers) wordt aangeboden dan gelden aanvullende eisen. Voor wat betreft het AML-programma geldt dat de abi onder het bereik van de Wwft (meldplicht) en de Sanctiewet vallen. De AFM houdt toezicht.

De abi die niet meer dan € 100 miljoen (open-end) of niet meer dan € 500 miljoen (eerste vijf jaar closed-end en zonder gebruik van hefboomfinanciering) aan activa beheert en aan institutionele beleggers of particulieren[8] aanbiedt, valt onder het registratieregime.In feite betekent dit dat de Wft niet op deze instellingen van toepassing is. Deze instellingen worden dan ook wel aangemerkt als uitgezonderde beheerders, ook bekend als light-beheerders. Voor wat betreft het AML-programma geldt ook hier dat zij binnen het bereik van de Wwft (cliëntenonderzoek en meldplicht) en Sanctiewet vallen. Op light-beheerders rust in de praktijk een verminderde vorm van toezicht. Onlangs meldde de AFM er op te gaan letten dat beleggingsinstellingen en beleggingsondernemingen[9] de transactiemonitoring en het meldgedrag beter op orde brengen.[10]

Wanneer we deze verkenning van wet- en regelgeving volgen kan de opgeworpen vraag als volgt worden beantwoord: het Nederlandse raamwerk van wetgeving en toezicht zou in principe moeten voorkomen dat beleggingsinstellingen voor witwassen worden misbruikt. Althans, indien wet- en regelgeving ook daadwerkelijk worden nageleefd en toezicht, handhaving en opsporing op effectieve manier plaatsvindt. Recent onderzoek maakt echter inzichtelijk dat er mogelijk een gat zit tussen de intenties van het AML-beleid en de resultaten die worden bereikt.[11] Bovendien vallen de light-beheerders niet onder het toezicht van de AFM voor wat betreft de Wft, maar alleen voor de Wwft en de Sanctiewet. Bij de light-beheerders is het risico op witwassen naar onze mening dan ook groter.

Nu de National Risk Assessment Witwassen 2019 aan witwassen via beleggingsinstellingen/ -ondernemingen als ‘een witwasdreiging met een toekomstig karakter’ refereert, is het in ieder geval goed om hier in gezamenlijkheid nader naar te kijken en in kaart te brengen of en op welke manier er kan worden witgewassen door beleggingsinstellingen/ -ondernemingen.

Door samenwerking tussen het OM, de AFM en het AMLC wordt dan ook getracht beter zicht te verkrijgen op de light-beheerders populatie en is het initiatief genomen om aan de hand van casuïstiek witwasrisico’s te duiden. Daarnaast is het wenselijk om mede vanuit concrete praktijkvoorbeelden een breder zicht te verkrijgen op het fenomeen van witwassen. Om die reden is in maart 2021 onder de vlag van het Financieel Expertise Centrum (FEC) een project gestart dat ziet op het breder in kaart brengen van witwassen via beleggingsinstellingen/ -ondernemingen in Nederland.[12]

[1] https://www.justice.gov/usao-sdny/pr/former-partner-locke-lord-llp-convicted-manhattan-federal-court-conspiracy-commit-money

[2] https://www.rtlnieuws.nl/tech/artikel/4625991/bitcoin-scam-oplichting-broker-trading-investering-4-procent-rendement

[3] Undertakings for collective investment in transferable securities Directive 2009/65/EG (UCITS)

[4] Alternative Investment Funds Managers Directive 2011/61/EU (AIFMD)

[5] https://www.afm.nl/nl-nl/professionals/doelgroepen/aifm/aifm/faq - Q&A AIFM 25 september 2019

[6] Een open-end abi kan de hoeveelheid participaties naar behoefte uitbreiden.

[7] Een closed-end abi kent een vast aantal participaties. Vraag en aanbod bepalen de prijs.

[8] Het moet gaan om minder dan 150 particulieren óf deelnemingsrechten met een waarde van meer dan € 100.000,- of een nominale waarde van meer dan € 100.000,- per recht. Zie artikel 2:66a Wft.

[9] Een beleggingsonderneming is een entiteit die en beleggingsdienst verleent of beleggingsactiviteit verricht in de zin van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Het zijn voornamelijk dezelfde partijen die in de Wet toezicht effectenverkeer 1995 onder het begrip effecteninstellingen vielen.

[10] https://www.afm.nl/nl-nl/nieuws/2020/april/transactiemonitoring-door-beleggingsinstellingen-en-ondernemingen-moet-beter

[11] Anti-money laundering: the world’s least effective policy experiment? Together, we can fix it. R.F. Pol 2020 – Policy design and practice 2020, vol. 3, no. 1, 73-94.

[12] https://www.fec-partners.nl/media/06/89/000161/254/fec_jaarplan_2021.pdf

Op deze pagina