Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Onaannemelijke verklaring

Verdachte wordt onder andere verdacht van het witwassen van in totaal €46.880. Dit bedrag bestaat uit elf contante stortingen op de bankrekening van verdachte. Tijdens de inhoudelijke zitting heeft verdachte toegegeven dat een deel van het geld een illegale herkomst heeft. Namelijk de handel in anabolen steroïden en drugs. Het overige deel zou een legale herkomst hebben. Zo zou een deel bestaan uit geld dat hij terugkreeg van kennissen voor wie hij anabolen had voorgeschoten en het laatste deel zou van een medeverdachte zijn die het geld had verdiend met zijn werkzaamheden als deejay en met pokeren. Op verzoek van deze medeverdachte had verdachte contant geld gestort op zijn bankrekening om vervolgens over te maken naar de bankrekening van een BV.

De rechtbank acht die legale herkomst niet aannemelijk. Verdachte is pas tijdens de inhoudelijke zitting met bovengenoemde verklaring gekomen. Bovendien heeft hij wisselend verklaard. Door het late stadium van zijn verklaring valt deze niet meer te verifiëren, anders dan de zaak aan te houden. Nu zijn verklaring op geen enkele manier wordt ondersteund door het dossier, ziet de rechtbank voor aanhouding geen aanleiding. Verdachte heeft ook zelf geen verifieerbare gegevens verschaft op punten die eenvoudig te achterhalen moeten zijn zoals contactgegevens van de kennissen of door wie medeverdachte werd ingehuurd als deejay. Het feit dat de medeverdachte de door verdachte gestelde inkomsten niet heeft opgegeven aan de Belastingdienst vormt volgens de rechtbank juist een contra-indicatie. Verdachte zijn verklaring wordt door de rechtbank als niet concreet en niet verifieerbaar bestempeld. Conclusie is dat het gehele bedrag afkomstig is uit een door verdachte zelf begaan misdrijf. Daarmee is verdachte zijn wetenschap van deze criminele herkomst ook gegeven.

Dit brengt de rechtbank bij de volgende vraag: is de kwalificatie-uitsluitingsgrond van toepassing? De rechtbank stelt van niet. Naast het verwerven en voorhanden hebben is er ook sprake van omzetten, overdragen en gebruiken.  Verdachte heeft de geldbedragen na het storten op eigen rekening immers overgeboekt naar andere rekeningen, opgenomen bij geldautomaten en gebruikt bij betalingen via betaalautomaten. Door welbewust geldbedragen van medeverdachte aan te nemen, te storten op zijn rekening en vervolgens door te boeken naar een andere bankrekening, heeft verdachte de werkelijke aard, herkomst en rechthebbende verhuld. Nu voornoemde handelingen plaats hebben gevonden over een langere periode is er volgens de rechtbank sprake van gewoontewitwassen.

Rechtbank Amsterdam, 18 april 2017

ECLI:NL:RBAMS:2017:2906

Op deze pagina