Witwassen van PGB-gelden:
Rechtbank Midden-Nederland, 29 september 2021: ECLI:NL:RBMNE:2021:4675
Verdachte is directeur van een stichting die ziet op het verlenen van zorg in het kader van PGB-gelden. Vastgesteld wordt dat verdachte heeft gefraudeerd; er werd geen zorg verleend, maar met onjuiste facturen en onjuiste verantwoordingsformulieren wel gedeclareerd. Het ontvangen geld is daarmee van misdrijf (valsheid in geschrift) afkomstig. In ongeveer 1,5 jaar tijd heeft verdachte in totaal zo'n € 700.000 van de rekening van de stichting doorgesluisd naar andere rekeningen ten behoeve van het investeren in vastgoed en de aankoop van een Bentley. Levert dat witwassen op? Kan bewezen worden dat die € 700.000 van misdrijf afkomstig is, nu de stichting ook legale inkomsten genereerde? In de periode juli 2012 tot en met september 2014 heeft de stichting bijna 3 miljoen aan PGB-gelden ontvangen. Daarvan is een deel van misdrijf afkomstig. Het rapport Barometer Nederlandse Gezondheidszorg 2015 spreekt over een maximale netto marge van 2,7 %. Dit zou betekenen dat de stichting in een jaar maximaal een winst zou hebben van zo'n € 80.000. Gelet hierop acht de rechtbank het vermoeden gerechtvaardigd dat van het totale aan PGB-gelden ontvangen geldbedrag van bijna € 3 miljoen in ieder geval de € 700.000 onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig is. Dit betekent dat van de verdachte mag worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat de geldbedragen niet van misdrijf afkomstig zijn. Nu verdachte dat niet kan, volgt een veroordeling en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.