Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Kroongetuige witwaszaak voormalig parlementariër

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, 15-05-2020: ECLI:NL:OGEAM:2020:39

Een voormalig parlementariër en oud-minister van Sint Maarten is veroordeeld wegens corruptie en witwassen. Voor het eerst is er gebruik gemaakt van een kroongetuige in een grootschalig witwasonderzoek. Het betreft een verdenking van het witwassen van twee percelen grond en het als ambtenaar aannemen van steekpenningen in ruil voor de gunning van overheidscontracten. De verdachte kende drie bedrijven contracten toe en kreeg hiervoor met behulp van een tussenpersoon, een Nederlands consultant, giften. De tussenpersoon ontving eveneens giften en is de kroongetuige in deze zaak. De vraag die centraal staat in deze zaak is of de overeenkomst met de kroongetuige rechtmatig is.

De kroongetuige heeft in hoofdlijnen steeds verklaard dat de verdachte steekpenningen heeft aangenomen van drie bedrijven in ruil voor het gunnen van overheidsprojecten aan die bedrijven. Het verdiende geld heeft de verdachte witgewassen door het opzetten en gebruiken van een papieren schijnconstructie om te verhullen dat hij rechthebbende was op de percelen grond. Ook daarover heeft de kroongetuige verklaard. Verdachte heeft zelfs steeds ontkend. De raadsman heeft betoogd dat de overeenkomst met de kroongetuige onrechtmatig is en dat het OM niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging, omdat er een inbreuk is gemaakt op de rechten van verdachte. Hij stelt dat de gemaakte afspraken in strijd zijn met het recht op een eerlijk proces zoals bedoeld in artikel 6 EVRM. In het bijzonder is er volgens de raadsman strijd met het proportionaliteitsbeginsel en het subsidiariteitsbeginsel. Ook heeft het OM volgens de raadsman onvoldoende openheid verschaft over de met de kroongetuige gemaakte afspraken.

Overwegingen Gerecht:
Ten aanzien van de overeenkomst met de kroongetuige overweegt het Gerecht dat de kroongetuige door zijn contacten met de verdachte als een van de weinigen bij uitstek beschikte over informatie over de aanbesteding van overheidsopdrachten aan de bedrijven waar het hier om gaat. Volgens het Gerecht brengt verder de aard van de verdenking (omkoping/witwassen) en het intellectuele niveau van de betrokkenen mee dat verwacht moet worden dat ander bewijsmateriaal in de vorm van een paper trail lastig te vinden zou zijn, terwijl niet goed denkbaar is welke andere opsporingsmethoden met succes binnen redelijke termijn hadden kunnen worden ingezet. Het is dan ook te rechtvaardigen dat het OM is overgegaan tot het sluiten van de kroongetuige-overeenkomst, aldus het Gerecht. Het feit dat de ondervraging van de kroongetuige zich niet alleen richtte op de rol van de kroongetuige, maar ook en vooral op die van de verdachte, vormt geen reden om de afspraak onrechtmatig te achten. Dat de kroongetuige zichzelf ook schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten doet hier niet aan af, mede gelet op het grote maatschappelijke belang om de politieke machthebbers in een systeem van corruptie op Sint Maarten te ontmaskeren. Hetzelfde resultaat had volgens het Gerecht, anders dan de raadsman, niet kunnen worden bereikt door de kroongetuige een zware straf in het vooruitzicht te stellen als hij niet zou verklaren over de rol van de verdachte. De kroongetuige heeft juist aangegeven onder voorwaarden meer te willen verklaren dan hij tot op dat moment bereid was geweest te doen over de rol van politici, met name over de verdachte. De kroongetuige heeft pas na het sluiten van de overeenkomst verklaard over de door hem gedane contante betalingen aan de verdachte, waarvan eerder niet was gebleken. De kroongetuige heeft volgens het Gerecht op hoofdlijnen consistente verklaringen afgelegd. Zijn verklaring kwam erop neer dat de kroongetuige door de drie bedrijven werd betaald om ervoor te zorgen dat zij de opdrachten toegewezen kregen en om de relatie met de politiek goed te houden, welke betalingen de kroongetuige deelde met de verdachte, die in ruil daarvoor zijn invloed gebruikt om ervoor te zorgen dat die opdrachten ook daadwerkelijk werden gegund en dat de relatie goed bleef. Het is niet aannemelijk geworden dat de kroongetuige er belang bij zou hebben om niet naar waarheid te verklaren. Met zijn verklaringen heeft de kroongetuige zichzelf in hoge mate belast en riskeert hij, ook met de afgesproken verminderde strafeis, een aanzienlijke gevangenisstraf. De conclusie is dat het Gerecht alle onderdelen van de overeenkomst met de kroongetuige en de schikking rechtmatig oordeelt. Er is geen strijd met het recht op een eerlijk proces van art. 6 EVRM.

Interessant aan deze zaak is verder nog dat de verdediging heeft aangevoerd dat de onschuldpresumptie is geschonden, onder andere naar aanleiding van een gesproken persbericht door het Openbaar Ministerie en doordat het OM een animatiefilmpje naar buiten heeft gebracht waardoor de verdachte al veroordeeld was voor het publiek, nog voordat het proces was begonnen. Het Gerecht is van oordeel dat het OM in het persbericht onvoldoende terughoudend is geweest ten aanzien van de nog vast te stellen schuld. In het filmpje wordt weliswaar de naam van verdachte niet genoemd, maar voor de gemiddelde Sint Maartenaar zal duidelijk zijn wie ermee wordt bedoeld. In het filmpje wordt gezegd dat de politicus zich gedurende 10 jaar heeft laten omkopen door constructiebedrijven en een baggerbedrijf, in ruil voor overheidsopdrachten en dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen. Er wordt op geen enkele wijze in het filmpje op ondubbelzinnige wijze melding gemaakt van het feit dat de schuld van de verdachte nog niet vast staat. Het Gerecht oordeelt daarom dat het OM door de inhoud en de toonzetting van het persbericht en het filmpje niet voldoende terughoudend heeft gehandeld, hetgeen een onherstelbaar vormverzuim in de vorm van strafvermindering oplevert.

Verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren wegens witwassen en het aannemen van steekpenningen.

Op deze pagina