Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Verschoningsrecht advocaat derdengeldrekening

Parket bij de Hoge Raad, 11 december 2020: Verschoningsrecht advocaat derdengeldrekening: ECLI:NL:PHR:2020:1177

Een advocaat ontvangt geld op zijn derdengeldrekening van een buitenlandse bankrekening van een cliënt. De Belastingdienst wil informatie hebben over de vermogenspositie van deze cliënt en vraagt de advocaat om informatie. De advocaat beroept zich op zijn verschoningsrecht als bedoeld in art. 53a AWR. Het hof heeft geoordeeld dat de advocaat informatie moet geven aan de Belastingdienst over de hoogte van de stortingen en het eventuele resterende saldo, maar de advocaat hoefde geen informatie te geven over de betalingen die met de gelden op de derdengeldenrekening zijn verricht. De Belastingdienst klaagt in cassatie dat informatie omtrent derdengelden überhaupt niet onder het fiscale verschoningsrecht van de advocaat valt. De procureur-generaal bij de Hoge Raad concludeert dat deze opvatting onjuist is en geeft een overzicht weer van het beoordelingskader van het verschoningsrecht als bedoeld in art. 53a AWR.

In het algemeen geldt dat het verschoningsrecht zich uitstrekt tot datgene waarvan de wetenschap een bepaalde vertrouwenspersoon als zodanig is toevertrouwd. Een advocaat heeft een geheimhoudingsplicht. Schending hiervan is strafbaar. De geheimhoudingsplicht van advocaten strekt zich ook uit tot informatie die betrekking heeft op een derdengeldrekening. Wetsgeschiedenis en wetteksten bieden geen steun voor de opvatting dat het verschoningsrecht van de advocaat niet zou gelden ten aanzien van een derdengeldrekening. Een verzoek van de Belastingdienst tot het verstrekken van informatie ten behoeve van de belastingheffing van derden kan dus op grond van art. 53a lid 1 AWR door een advocaat worden geweigerd indien de informatie aan hem in zijn hoedanigheid van advocaat is toevertrouwd.

De geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht kan echter wel begrensd worden door de wet. De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) is daar een voorbeeld van. Op grond van die wet is een advocaat immers verplicht om ongebruikelijke transacties te melden bij de Financial Intelligence Unit (FIU). Maar de Wwft is niet van toepassing op alle vormen van dienstverlening door advocaten. Zo vallen advocaten die gebruik maken van een Stichting Beheer Derdengelden niet per definitie onder de werking van de Wwft. Het hangt er vanaf waarvoor de derdengeldrekening wordt gebruikt. Lees hier meer.

Op deze pagina