Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Winst uit pokeren

Verdachte heeft winst gemaakt met zowel legale als illegale pokerspelen. De winsten verkregen met illegale pokerspelen zijn vermengd met de legale inkomsten. Het Hof oordeelde destijds dat het hele vermogen van verdachte kan worden aangemerkt als ‘gedeeltelijk (middellijk) van misdrijf afkomstig’. De Hoge Raad oordeelt nu echter dat dit oordeel niet zonder meer begrijpelijk is. Op grond van de Wet op de kansspelen is het gelegenheid geven om mee te doen aan pokerspelen zonder vergunning een misdrijf. Echter het gebruik maken van die gelegenheid, wat verdachte in casu heeft gedaan, is geen misdrijf maar een overtreding. Het gewonnen geld is dus niet van misdrijf afkomstig.

Anders geoordeeld werd in:

  • Eerdere jurisprudentie zoals ECLI:NL:RBOBR:2015:3464: Het zonder vergunning organiseren van een pokertoernooi is als misdrijf strafbaar gesteld. Het prijzengeld is derhalve afkomstig van enig misdrijf, niet zijnde een misdrijf dat door verdachte zelf is begaan. Gelet hierop is sprake van witwassen.
  • Conclusie AG ECLI:NL:PHR:2019:137 waarin wordt geredeneerd dat de speelwinsten zowel met de overtreding als met het misdrijf in verband staan. ‘De omstandigheid dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om aan het pokerspel deel te nemen, laat onverlet dat de met dat pokerspel behaalde winst afkomstig is uit een door (een) ander(en) gepleegd misdrijf, te weten het aanbieden van het pokerspel.)

Hoge Raad, 21 mei 2019

ECLI:NL:HR:2019:774

Op deze pagina