Witwassen met kunst
Gerechtshof Amsterdam, 20 april 2021: ECLI:NL:GHAMS:2021:1111
Het vermoeden was ontstaan dat verdachte zich bezighield met de handel in verdovende middelen. Tijdens de doorzoeking in zijn woning is in een kluis een geldbedrag aangetroffen van € 100.000,- bestaande uit verschillende coupures waaronder 50 biljetten van € 500. De verdachte heeft verklaard dat dit geld van hem is. De vraag die voorligt is of dit geld van misdrijf afkomstig is.
Volgens het hof is er sprake van een vermoeden van witwassen gelet op de aanzienlijke hoeveelheid contant geld in coupures van 500 die in het legale betalingsverkeer zeldzaam zijn. Daarom mag van de verdachte een verklaring worden verlangd die concreet en verifieerbaar is en op voorhand niet hoogst onwaarschijnlijk. De verdachte heeft o.a. verklaard dat hij het geld heeft verdiend met de handel in kunst en dat hij het geld heeft geleend. Ter onderbouwing van zijn verklaring heeft hij zijn boekhouding over het jaar 2015 overgelegd, die door de politie nader is onderzocht. Het bedrijf van de verdachte voerde volgens de boekhouder in de administratie geen in- en verkoopfacturen; alles ging contant. Daardoor zijn de in- en verkoopcijfers niet te verifiëren. De door verdachte aangeleverde verzamelstaten maken dat niet anders. Omdat de informatie over de bedrijfsvoering uitsluitend is gebaseerd op het woord van de verdachte en de administratie ook nog eens niet sluitend is gebleken, is volgens het hof op geen enkele wijze te verifiëren of de verdachte daadwerkelijk in kunst heeft gehandeld en zo ja, of dat is gebeurd op een schaal waarmee het aangetroffen geldbedrag van
€ 100.000,- kan worden verklaard. Alle kopers zijn anoniem en op basis van de door verdachte overlegde facturen valt niet op te maken welk schilderij aan wie is verkocht. Geen enkele klant is bekend of is te verifiëren. Verdachte heeft ook op de zitting geen namen kunnen of willen noemen van personen die kunstwerken van hem zouden hebben gekocht of van personen die hem geld zouden hebben geleend. Het hof concludeert daarom dat de verklaring van verdachte niet verifieerbaar is en dat het niet anders kan zijn dan dat het geldbedrag van € 100.000,00 uit enig misdrijf afkomstig is.
Omdat de waarde van een kunstwerk lastig te bepalen is, leent kunst zich goed voor witwassen. De verdachte heeft hier geprobeerd het geld te verklaren door te verwijzen naar de kunsthandel en zijn boekhouding te overleggen. Maar dan moet die boekhouding vervolgens wel verifieerbaar zijn. Aangezien dat hier niet zo was, is de verdachte niet alleen veroordeeld voor witwassen, maar heeft het hof ook de € 100.000,- verbeurd verklaard. Een mooi resultaat.