Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Krantenartikel strafvervolging roept vragen op

Rechtbank Midden-Nederland 12 februari 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:873

In deze zaak is de bankrelatie beëindigd met een online retailer naar aanleiding van een krantenbericht inhoudende een strafvervolging wegens een witwasverdenking tegen de bestuurder.

Op de vraag van de bank aan de klant om uitleg te geven over de ingestelde strafvervolging volgde een reactie die volgens de rechtbank niet anders kan worden opgevat dan een botte weigering om tekst en uitleg te geven over de strafvervolging.

Anderhalve week later wordt de bankrelatie beëindigd met de online retailer, met als reden dat het cliëntenonderzoek niet succesvol kan worden afgerond. De vraag is of dit terecht was. De retailer voert o.a. aan dat de bestuurder zich niet hoefde te verantwoorden voor een strafrechtelijke vervolging waarvan hij is vrijgesproken.
De rechtbank ziet dat anders en zegt dat de retailer iets uit te leggen had naar aanleiding van het krantenbericht waarin staat dat er 10 maanden gevangenisstraf is geëist tegen de bestuurder vanwege witwassen. Verder zegt de rechtbank:

“Als de verdenking en de vervolging niets te maken hebben met de bankrelatie waar [handelsnaam] onderzoek naar deed, had [eiseres] dat ook uit kunnen leggen.”

Door de weigering om te antwoorden is het onmogelijk om het cliëntenonderzoek af te ronden. Dat maakt dat de bankrelatie mocht worden beëindigd.

Een Wwft-poortwachter die leest over een strafrechtelijke vervolging van een cliënt wegens witwassen, met in dit geval een link naar de bedrijfsactiviteiten van de betreffende cliënt, móét daar vragen over stellen. Als de gevraagde informatie wordt geweigerd dan kan een poortwachter geen behoorlijk klantenonderzoek doen. In dat geval schrijft artikel 5 lid 3 Wwft voor dat de bankrelatie wordt beëindigd.

Op deze pagina