Witwassen bitcoins

Rechtbank Rotterdam 2 januari 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:164

Verdachte wordt voor gewoontewitwassen van 10 bitcoins en bijna 200.000 euro veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden en een taakstraf van 240 uur.

Verdachte heeft accounts bij cryptoplatforms. Daar ontvangt hij bitcoins op, en hij zet in een jaar tijd bitcoins om in geld waarbij in totaal zo’n 200.000 euro wordt overgemaakt naar rekeningen waarover verdachte kon beschikken. De rechtbank neemt een witwasvermoeden aan nu de ontvangen bitcoins en overgeboekte bedragen niet kenbaar in verhouding staan tot het inkomen van de verdachte; hij heeft over de betreffende periode geen aangifte inkomstenbelasting gedaan, er is niet van legale inkomsten gebleken. ‘Het gebruik van cryptovaluta betekent bovendien dat de herkomst van de bedragen niet zonder meer tot individuele personen of organisaties kan worden herleid.’

Verdachte heeft verklaard dat het geld en de bitcoins gerelateerd waren aan twee bedrijven waarbij geld van anderen werd belegd in cryptovaluta en daarmee zouden aanzienlijke rendementen worden behaald. De verdachte zou een commissie van twintig procent ontvangen over de inleg van door hem aangebrachte klanten. Daarnaast zou hij een commissie van twintig procent (in bitcoin) ontvangen over de behaalde rendementen.

Deze verklaring kon deels worden weerlegd en deels niet worden geverifieerd. Bovendien heeft verdachte wisselende verklaringen afgelegd, en zeggen zijn verklaringen niets over de uiteindelijke herkomst van de geldbedragen en de bitcoins. Daarom is volgens de rechtbank geen andere conclusie mogelijk dan dat de ten laste gelegde geldbedragen en bitcoins onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn. Overigens was verdachte al eerder veroordeeld voor witwassen.