Zorgplicht bank en relatie Wwft
Rechtbank Amsterdam 8 mei 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:2335
Moet de bank schade vergoeden van een slachtoffer van fraude omdat er fraudesignalen aanwezig waren die de bank niet heeft opgemerkt? Welke rol speelt de Wwft hierbij?
In deze civiele zaak gaat het om een miljoenenfraude gepleegd door een werknemer van het slachtoffer (eiser). Zowel de accountant als de externe accountant van het slachtoffer hebben de fraude niet opgemerkt. Toen de bank de fraude constateerde, zijn geen schadebeperkende maatregelen genomen, zoals het blokkeren van de rekening of mogelijkheid van contante opnamen. Vervolgens zijn er nog frauduleuze overboekingen gedaan. Hiermee heeft de bank onrechtmatig gehandeld jegens het slachtoffer. In hoeverre is de bank nu verantwoordelijk voor de geleden schade, voor en na constatering van de fraude?
Door het slachtoffer wordt gewezen op een conclusie van AG Snijders in een zaak over misbruik van een bankrekening die op naam stond van een reeds ontbonden rekeninghouder. Volgens de AG rechtvaardigt de wettelijke controletaak van een bank dat zij ook aansprakelijk is als duidelijk is dat zij die taak in het geheel niet naar behoren uitoefent. De rechtbank laat in het midden of dit de juiste maatstaf is en zegt dat zelfs als daar vanuit wordt gegaan, hier niet kan worden vastgesteld dat de bank haar wettelijke controletaak in het geheel niet naar behoren heeft uitgeoefend.
“De rechtbank vindt wel van belang maar niet doorslaggevend of de systemen van de bank voldeden aan de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Het doel van die wet is om het witwassen van opbrengsten uit misdrijven en het financieren van terrorisme tegen te gaan. Uit de combinatie van die twee doelen en uit de toelichting op de wet leidt de rechtbank af dat de Wwft is gericht op een effectieve bestrijding van activiteiten die het gezag van de overheid ondermijnen. Een gevolg daarvan kan de ontdekking van gepleegde fraude zijn, maar de normen van de Wwft strekken niet tot bescherming tegen de schade zoals eiser die heeft geleden.”
De rechtbank concludeert dat de bank niet aansprakelijk is voor de schade die het slachtoffer heeft geleden vóór de datum dat de fraude door de bank werd ontdekt. Voor wat betreft de schade die is geleden ná constatering door de bank: de bank wordt 20% toegerekend omdat na constatering niet adequaat is gehandeld, en eiser wordt 80% toegerekend omdat hij zijn interne processen niet op orde had.