Witwassen opbrengsten illegaal gokimperium (Rykiel)
Dit betreft een groot onderzoek met meerdere verdachten die worden verweten dat ze in een criminele organisatie online kansspelen hebben aangeboden zonder vergunning, en de inkomsten via een internationale schijnconstructie hebben witgewassen. De verdachten betreffen onder meer leidinggevenden van de gokorganisatie maar ook personen met een poortwachtersfunctie. Het gaat onder meer om een advocaat en een belastingadviseur/boekhouder.
De constructie
‘De veronderstelling dat het aanbieden van kansspelen door vennootschappen in het buitenland adequaat zou zijn om te stellen dat niet in Nederland gelegenheid werd gegeven tot het spelen van kansspelen, is (…) niet juist, nu de aangeboden spellen nog immer vanuit Nederland bereikbaar en te spelen waren voor spelers achter hun computer in Nederland. Hiervoor beschikte geen van de genoemde vennootschappen over een vergunning.’ Gronddelict is dus het aanbieden van kansspelen zonder vergunning.
Spelers van online kansspelen legden (per creditcard, sms, Ideal of anders) geld in. Het ingelegde geld werd door tussenkomst van een PSP overgeboekt naar (buitenlandse) rechtspersonen. De criminele opbrengsten van ruim 100 miljoen euro werden gebruikt om spelers uit te betalen, de bedrijfsvoering te bekostigen, in vastgoed te investeren en naar rekeningen van verdachten en aan hen gelieerde rechtspersonen over te maken. Door middel van gebruik van onder meer vennootschappen naar het recht van Costa Rica en Jersey werd een schijnconstructie opgezet waarmee de geldstromen en de daadwerkelijk belanghebbenden werden verhuld. Hierbij werd ook gebruik gemaakt van valse facturen en valse contracten.
De hoofdverdachten
De rechtbank veroordeelde de drie hoofdverdachten tot gevangenisstraffen tot twee jaar en geldboetes van 100.000 euro en een beroepsverbod kansspelindustrie. Noemenswaardig is dat de rechtbank anders dan het OM het witwassen niet als doel van de criminele organisatie ziet. Het doel was het aanbieden van kansspelen, het witwassen was het gevolg van het feit dat hiermee geld werd verdiend. Dat heeft uiteraard consequenties voor onder meer rechtspersonen die wel een relevante rol hadden in het witwassen maar niet in het aanbieden van kansspelen.
De poortwachters
De advocaat (ECLI:NL:RBOBR:2018:6345) wordt verweten dat zij in haar werkzaamheden, waarbij zij zich presenteerde als expert op het gebied van kansspelen, de grenzen van wat een advocaat mag heeft overschreden door bewust zaken anders voor te spiegelen dan ze feitelijk waren. Door haar voorbereide en opgestelde contracten tussen vennootschappen weerspiegelden niet de werkelijke verhoudingen en aan de Ksa gaf zij niet de juiste informatie door over wie beleidsbepaler was.
De rechtbank stelt vast dat toen zij instapte, de structuur van de organisatie met de internationale rechtspersonen grotendeels al stond. Zij was op de hoogte van de herkomst van de gelden maar niet bewezen is dat zij enige handeling van betekenis heeft verricht ten aanzien van de criminele opbrengsten. Zij wordt vrijgesproken (door OM hoger beroep ingesteld). Overigens afgelopen week berichten in de pers dat de NOvA haar leden dit jaar extra streng gaat controleren op meewerken aan witwassen.
De belastingadviseur (ECLI:NL:RBOBR:2018:6347) verleende financiële diensten aan de (rechtspersonen van de) hoofdverdachten. De rechtbank acht onder meer bewezen dat hij geld op de derdengeldrekening van zijn kantoor heeft ontvangen en doorbetaald, terwijl hij wist dat dit crimineel geld was. Hem wordt opgelegd een gevangenisstraf van 7 maanden en een beroepsverbod financiële en fiscale dienstverlening. Overigens heeft hij ook zijn rekening ter beschikking gesteld om donaties te verzamelen in het kader van een bruiloft, in totaal 10.000 euro. Twee van de hoofdverdachten hebben hier ook een deel van gestort. Daarover zegt de rechtbank dat niet kan worden uitgesloten dat dit geld een legale herkomst had. (Het ging maar om 2.000 euro, maar wel een opvallende constructie.)
De vrouw van
Een partner van een hoofdverdachte (ECLI:NL:RBOBR:2018:6342) heeft volgens de rechtbank geprofiteerd van de criminele inkomsten van haar echtgenoot; zo heeft zij diverse aankopen gedaan met het geld van haar echtgenoot, al dan niet met gebruikmaking van een creditcard die aan de bankrekening van haar echtgenoot was gekoppeld. Ze had beperkte inkomsten maar leidde een luxe leven. Ze wordt vrijgesproken van witwassen omdat ze ‘geen concrete handelingen van betekenis heeft verricht’ ten aanzien van de criminele geldbedragen, maar ze wordt wel veroordeeld voor opzettelijk voordeel trekken, art. 416 lid 2 Sr (werkstraf).
Rechtbank Oost-Brabant, 20 december 2018
ECLI:NL:RBOBR:2018:6341 en verder